VADERLANDSCHE LETTEROEFENINGEN VOOR 1867. ONDER REDACTIE VAN Dr. J. W. BOK EN Dr. W. B. J. VAN EYK. HONDERD EN ZEVENDE JAARGANG. TWEEDE DEEL. WETENSCHAP EN BELLETRIE. UTRECHT, DRUK EN UITGAVE VAN L. E. BOSCH EN ZOON. INHOUD VAN HET TWEEDE DEEL. Bladz. 437 499 Het regt en de regtsbedeeling onder de Republiek der Vereenigde Nederlanden. Eene voorlezing van Mr. J. A. FRUIN. 403 SCHOTEL (Dr. G. D. T.), Dr. Lucian Müller. MAAS (BATO VAN DE), Gezocht en gevonden. RÖMER (Dr. R. C. H.), D. José de Cadalso. SCHOTEL (Dr. G. D. J.), De programmata der latijnsche scholen in Nederland. 443, CORONEL (Dr. S. Sr.), Een blik op den toestand der arbeidende 475, 547 495 568 580 TIDEMAN (Dr. J.), Ons hooger onderwijs; vrijheid van studie en onderwijs. EPKEMA (E.), Handel en kolonizatie op Madagaskar VERBETERING. Bladz. 665, regel 7 v. b., staat: (bladz. 633) lees: (bladz. 656). Bladz. 766. Fig. 6 staat het onderste boven. Een geacht redenaar in onze Tweede Kamer, die bekend staat als een der heftigste bestrijders van de nieuwe Regterlijke Inrigting, gewaagde, eenige jaren geleden, met groote ingenomenheid van den voormaligen regtstoestand van ons Vaderland. "Het regt onder de Republiek der Vereenigde Nederlanden", zoo sprak hij, was met het volk opgegroeid; het drukte het regtsgevoel, in het volk gevestigd, uit, beantwoordde aan zijne geaardheid en stemde overeen met zijne zeden en gewoonten. De bedeeling van dat regt was behoorlijk geregeld. Ieder was verzekerd regt te zullen erlangen, ieder ingezeten gevoelde de nabijheid van den regter, bij wien hij zijn regt vervolgen en verwerven kon” 1). Hoe gaarne zouden wij die woorden tot de onze maken, hoe gaarne instemmen met eene zoo schoonklinkende lofspraak. Er is geen tijdvak onzer geschiedenis, waarop wij zoo met regt trotsch zijn, en waarop wij zoo gaarne terugzien, als ор dat onzer roemrijke republiek. Wat zou het ons goed zijn, indien wij er ook op bogen mogten als de gulden eeuw der regtsbedeeling, als den tijd waarin reeds bij ons het ideaal verwezenlijkt was, waarnaar alle andere natiën van Europa sedert eeuwen gejaagd hebben, zonder het te kunnen grijpen. Maar helaas, wij mogen het niet. Wanneer wij, aan de hand der geschiedenis, teruggaan tot de tijden, die ons als zoo betoo 1) Handel. van de Staten Generaal, 1862-1863, bl. 180. VAD, LETTEROEF., N. s. 1867, WET. EN BELL. No. VII, 29 |