Page images
PDF
EPUB
[ocr errors]

, ze by troepen voor ons heenen, en een flag op den kop was genoeg om ze te dooden (*)."

[ocr errors]

Deeze Pinguins (Manchots), fchryft wood, die men ,, verkeerdlyk onder de Vogelen rangfchikte, dewyl zy noch vederen noch vleugels hebben, broeden, zo als men my verzekerd heeft, op het einde van September en in 't begin van October; als dan zou men ze in , zo groot eene menigte kunnen vangen, dat men genoeg hadt tot het spyzigen van een Vloot. By ons wederkeeren te Port Defiré verzamelden wy omtrent honderd duizend van deeze Eijeren, van welke 'er eenige vier maanden lang bewaard werden, zonder te beder99 ven (†)."

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

Een Schip kwam op den 15 van January op het Groot Eiland der Pinguinen, om daar die Vogels te vangen, en men vondt ze in zo grooten overvloed, dat men 'er meer dan vyf en twintig fchepen mede zou hebben kunnen fpyzigen; men vong 'er, in den tyd van twee uuren, negen honderd (+).

Geen Zeereiziger verzuimt de gelegenheid om van de Eijeren deezer Vogelen een voorraad mede te neemen: men wil dat ze zeer goed zyn (S). Ook het vleesch der Manchots, 't welk niet zeer uitsteekend is, wordt ge bruikt (**); het is een verfrisfing, op plaatzen, waar men

des

(*) Relation de NARBOROUGH, Hift. Gen. des Voyages, Tom. XI. p. 30.

(†) Voyage du Capitaine wOOD, a la Suite des ceux de

DAMPIER.

(4) Voyage de cinq Vaisseaux au detroit de Magellan, dans l'Hiftoire des Navigations aux terres auftrales. Tom. I. p. 272.

(S) 'Er zyn op dit Eiland (Lobos del Mar) zeer veele Pinguins (Manchots), van welke ik eene verbaazende menigre ge. zien heb door de geheele Zuidzee op de nieuwlings ontdekte kusten, en van de Kaap de Goede Hoop. Het vleesch is een zeer middelmaatig voedzel; maar de Eijeren zyn voortreflyk. DAMPIER Voyage autour de Monde, Tom. I. p. 126.

(**) Wy wierpen het anker in de tweede inham van de Straat van Magellan tegen over het Eiland der Pinguins, waar de Sloepen welhaast vervuld waren met deeze Vogelen, die veel grooter zyn dan Eendvogelen. ADAMS, dans l'Hift. Gen. des Voyages Tom. I. p. 215. Wy keerden in 't midden van September weder na Port Defiré, om 'er nieuwen voorraad op te doen van Zeekalveren, Pinguins en van de Eijeren deezer Vogelen..

Tom,

des anders volflagen gebrek heeft (*). Het vleesch deezer Vogelen wil men dat geen vischfmaak heeft, fchoon zy, naar allen fchyn, alleen van visch leeven (†); indien men ze in de groente ziet, het éénig en laatste overblyf zel van het groeiend ryk, 't welk in de Ysgewesten beftaat, is zulks min, gelyk men denkt, om 'er voedzel te zoeken, dan om 'er eene fchuilplaats te vinden (4).

De

Een klein Eiland,

Tom. XI. p. 38. Voyage de Narborough. in de Saldanhabaai, heeft zo veel Zeekalveren en Pinguins „ dat men 'er eene zeer talryke Vloot mede zou kunnen ververfchen. Hift. Gen. des Voyages, Tom. I. p. 384. De Pinguin is beter dan de Duikervogel van de Sorlings Eilanden; dee. ze heeft een vischfmaak. Om den Pinguin gereed te maaken, moet men hem villen, hy is al te vet; over 't geheel is her een middelmaatig voedzel, gekookt, gebraaden of anders gereed gemaakt; braaden is best. Wy zoutten twaalf of zestien tonnen in, om ons in ftede van gezouten vleesch te ftrekken. Deeze Vogeljagt gaf ons veel vermaaks, zo in het vervolgen, als in hun den weg af te fnyden, wanneer zy in hunne fchuilhoeken wilden vlugten of na zee ontkomen, 't geen zy niet deeden zonder menigmaal in hunne gaten te vallen. Zoms flooten wy ze in een kring. Men maakt ze af met een flag op den kop; want flagen op 't lyf betekenen niet, en dit was ook niet goed voor het vleesch dat wy dagten in te zouten. Deeze ongelukkige Pinguins van alle kanten vervolgd, waar van wy 'er veele fchooten, vielen over elkander heenen; anderen tuimelden van de rotzen, en vonden een gewisfen dood; de gelukkigften ontkwamen het in zee, en vonden zich voor vervolging bevryd. Hift. des Navigations aux terres auftrales, Tom. I. p. 240.

- (*) Verbaazend groot is het getal deezer Vogelen (op eenige Eilanden naby het Staaten Land), zo dat wy 'er zo veelen, als 't ons behaagde, met ftokken dood floegen; ik kan niet zeggen, dat ze een lekker voedzel opleveren: by mangel van ander versch vleesch, vonden wy ze uitmuntend. Zy broeden hier niet; of wy bevonden 'er ons niet op den broedtyd (in January) want wy troffen geen Eijeren of Jongen aan. Cook, Tom. IV. p. 72. SPILBERG en WOOD vonden het vleesch van de Manchot zeer goed van fmaak; dan dit hangt zeer veel van den honger af, en het gebrek aan betere spyze.

(†) Pifcibus duntaxat vesci; non ideo tamen ingrati fuporis nec pifcium faporem referebant. CLUSIUS Exotic. p. 101. (1) De Pinguin- Eilanden (in de Straat van Magellan) zyn drie in getal. Men ziet op deeze Eilanden weinig kruids, 't

welk

[ocr errors]

De Heer FORSTER befchryft ons hun verblyf in die foort van schuilplaats. Zy graaven kuilen en kiezen ten dien einde duin of eene zandige plaats (*); de grond is daar zo los, dat men, wandelende, 'er zomtyds tot de knie toe inzakt, en indien de Manchot zich in zyn hol bevindt, wreekt hy zich op den voorbyganger met hem in de beenen te byten, die hy wel degelyk beet neemt (†).

De

welk den Pinguinen tot voedzel ftrekt. Relation de SPILBERG, dans l'Hiftoire Gen. des Voyages, Tom. XI. p. 18.

[ocr errors]
[ocr errors]

n

[ocr errors]

(*),, Op het Nieuwjaars Eiland, digt by Staaten Land, groeit ,, eene Grasplant van de foort Dactylis glomerata geheeten, ,, op eene zonderlinge wyze: het is een overblyvende plant, die de grootte koude doorftaat; zy komt altoos by bosfchen te voorfchyn, op eenigen afstand van elkander: elk jaar ,,krygen deeze planten een nieuwen kruin, en breiden dien uit tot dat ze vier of vyf voeten hoogte hebben; en aan den "top twee of drie maalen breeder dan aan den voet: de bladen en spieren van dit gras zyn fterk, en dikwyls drie of 39 vier voeten lang. De Zeekalveren en de Manchots neemen hun wyk onder deeze grasbosfchen, en daar zy geheel nat uit Zee komen, maaken zy de voetpaden, tusfchen die grasbosfchen, zo zout en flykerig, dat niemand 'er kan gaan zonder van de eene plant op de andere te ftappen." FORSTER Obferv. p. 34. Het voorfte en grootte van die Eilanden (ten Noordoosten van Baai Spiring, in 't gezigt van Port Defiré, in de Straat van Magellan) is het geen den naam draagt van het Pinguinen - Eiland, omtrent drie vierde myl lang. Dit Eiland beltaat geheel uit fcherpe rotzen, uitge nomen op het midden, waar het zandig is, en een weinig groen kruid oplevert; dit is de wykplaats van een verbaazend aantal Pinguinen en Zeekalveren. Relation de NARBOROUGH, dans l'Hift. Gen. des Voyages, Tom. X. p. 30.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

(t) Voyage de cinq Vaisseaux au detroit de Magellan, Tom. 1. p. 681. & Tom. I. p. 287. de l'Hiftoire des Navigations auso Terres auftrales. - Zy maaken gaten in den grond, onthouden zich aldaar gelyk onze Konynen, leggen 'er eijeren: zy leeven van visch, en kunnen niet vliegen, geen pennen aan de vleugels hebbende, die aan de zyden als lappen leder neer. hangen. Voyage d'OLIVIER NOORT autour de Monde; dans le Recueil des Voyages, qui ont fervi a l'etablissement de la Com pagnie des Indes Orientales. Tom. II. p. 15.

Geheel de

oever, digt by Zee, is vol gaten, waar deeze Vogelen (de Eijeren uitbroeden: het Eiland van de Straat is vol van deeze gaten, uitgenomen eene fchoone valei, waar een fyn groen kruid

groeit,

De Manchots ontmoet men niet alleen in alle de Zuidlyke oorden van de groote Stille Zee en op alle Eilanden daar in verfpreid (*), zy_worden ook aangetroffen in den Atlantifchen Oceaan. Zy komen voor in grooten getale omftreeks de Kaap de Goede Hoop, en zelfs Noordlyker (†). Het fchynt ons toe, dat de Duikervogelen ontmoet door de Schepen l'Aigle en la Marie, met het eerfte dryvende Ys, Manchots waren (+); en moeten zy ook in de Indische Zeeën voorkomen indien PYRARD naauwkeurig is met ze op de Atollons in de Maldives te brengen (S), en indien de Heer sONNERAT ze op Nieuw

[ocr errors]

Gui

groeit, 't geen wy ons verbeeldden, dat deeze Dieren ter weide dient. Hift. des Navigations, Tom. I. p. 240. In eene Baai aan de Brafilsche kust vindt men eene verbaazende menigte van die Vogelen, welke de Engelfchen Pinguins noemen: deeze Vogels hebben geen wieken, zyn veel grooter dan Ganzen; zy maaken gaten of holen in den grond, in welke zy zich verbergen; dit is oorzaak dat eenige Franfchen 'er den naam van Crapauds (Padden) aan geeven. Voyage autour de Monde, par DRACK. Paris 1641, p. 17.

Over 't algemeen vindt men op geen gedeelte van Nieuw Zeeland zo veel Vogels als in Duski - Baai. Wy zagen 'er ook Pinguins. FORSTER Obfervations, p. 181.

(t) Twintig mylen ten Noorden van de Kaap de Goede Hoop, is een groote menigte van Vogelen, en, onder andere, eene ongelooflyke hoeveelheid van die men Pinguins noemt, zodanig dat wy ons naauwlyks in deeze vogelmenigte konden wenden of keeren. Zy zyn niet gewoon menfchen te zien; dewyl 'er bykans nooit fchepen aan dit Eiland komen, of het moet by toeval zyn, gelyk wy 'er kwamen. Premier Voyage de G. SPILBERG aux Indes Orientales, dans le Recueil des l'oyages qui ont fervi a l'etablissement de la Compagnie des Indes Orientales, Tom. II. p. 420.

(4) Op 48° 50/ Zuider Breedte en 7 Lengte. Expedition des Vaisseaux l'Aigle & la Marie; dans l'Hift. Gen. des Voyages, Tom. XI. p. 258.

(S) Veele van de kleine Eilanden der Atollons, onder de Maldivifche Eilanden, hebben geen groen kruid altoos, en be ftaan geheel en al uit los zand, waar van een gedeelte by hooge vloeden onder water ligt men vindt daar altoos een grooten voorraad van Kreeften en Krabben; met eene zo verbaazende menigte van Pinguins, dat men de voeten niet kan nederzetten, zonder op eijeren of jongen te trappen. Voyage de FRANÇOIS PYRARD, P. 73.

Guinea gevonden heeft (*). - Maar, uitgenomen deeze
verder ftrekkende oorden, mag men met den Heer FORSTER
zeggen,
dat de Keerkring over 't algemeen de grensfchei-
ding is, welke de Manchots niet overfchreeden, en dat
die Vogelfoort de hoogfte en koudste Breedten in het
Zuider halfrond zoekt.

Desgelyks fchynen de waare Pinguins, onze Pinguins van 't Noorden, by voorkeuze in de Tszee te woonen: fchoon zy om te broeden tot op het Eiland Wight komen, niet te min fchynen de Eilanden Feroë en de kusten van Noorwegen hun geboortegrond, en op het oude vaste land: als mede Groenland, Labrador en Terre Neuve, in de Nieuwe Wereld. Zy zyn, even als de Manchots, geheel onbekwaam om te vliegen; zy hebben flegts de beginzels van vleugels, 't is waar met pennen voorzien, doch zo kort dat ze 'er alleen mede kunnen klapwieken. De Pinguins onthouden zich, even als de Manchots, bykans altoos in Zee, en komen niet op 't land, dan om nesten te maaken, en uit te rusten, met zich plat neder te leggen: het loopen, zelfs het overeinde ftaan, valt hun even moeilyk, fchoon hunne pooten een weinig langer en iets meer voorwaards geplaatst zyn dan by de Manchots.

[ocr errors]

"

Ein

(*) Deeze Reiziger fchryft als een verlicht Natuurkenner. Alle foorten van Manchots zyn verftooken van het vermogen ,, om te kunnen vliegen; zy loopen flegt, en houden, loopende, ,, het lyf recht overeinde; hunne pooten ftaan geheel agter ,, aan het lyf, en zyn zo kort dat de Vogel geene dan kleine ,, stappen kan doen; de vleugels zyn niet anders dan byhangzels ter plaatze waar de vleugels moesten ftaan; zy hebben 'er geen dienst van, dan om den Vogel in den waggelenden ,, gang te onderftutten. Zy gaan aan land om 's nagts uit te ,, rusten en te broeden. De onmogelykheid, waar in zy zyn, ,, om te kunnen vliegen, ftelt hun geheel ten doele aan de ,, zodanigen, die aan wal komen, en men vangt ze loopende. Het gebrek in hun maakzel, 't geen hun buiten staat stelt ,, om hunne vyanden te ontvlugten, doet ze aanzien voor ten uiterften domme fchepzels, die zelfs geen zorg ter zelfbe,, fcherming draagen. Men vindt ze nooit op bewoonde plaat,, zen, en zy kunnen 'er niet verblyven; het is een Geflacht ,, 't welk, buiten ftaat om zich te verdedigen en te vlugten, moet verdwynen waar zich de verdelgende mensch nederzet, die niets laat beftaan 't geen hy kan uitrooijen." Voyage a la nouvelle Guinee, p. 178, enz.

[ocr errors]
[ocr errors]

MENG. 1798. NO. 4.

L

[ocr errors]
« EelmineJätka »