Page images
PDF
EPUB

van dierlyke stoffe in zich bevatten, brengen in het zuur de grootste opbruisfching voort, wanneer men op de oppervlakte werkt, en zeer weinig als het middelfte gedeelte 'er door wordt aangedaan; egter zou men voor reden hier van kunnen opgeeven, dewyl de deelen, die derzelver Phosphoric zuur verlooren en een Aerisch bekomen hebben, het gemaklykst in Zeezuur te ontbinden vallen, en daarom eerst ontbonden worden, en het Aerisch zuur loslaaten.

In eenige Beenderen van den Walvisch is de opbruisfching vry fterk; in de Beenderen van Dalmatie en Gibraltar is dezelve minder; en in die, welke aanleiding tot de thans medegedeelde aanmerkingen gegeeven hebben, zeer weinig, naardemaal zy verreweg de grootste hoeveelheid van dierlyke zelfstandigheid in zich bevatten.

AARTIGE ELECTRISCHE PROEVE ZONDER ELECTRISEERMACHINE.

(Uit T. CAVALLO's Complete Treatise on Electricity in Theory and Practice.)

N

Teem een ftuk Schryfpapier, hou het digt by het vuur zo dat het droog en warm wordt; leg het dan op tafel, en wryf het met een drooge hand, waar door het Papier zal geëlectrifeerd worden. Ontfteek dan een ftuk fyn Zegellak aan een kaars, en naa hetzelve vier of vyf feconden te hebben laaten branden, vat dan het bewerkte Papier van tafel, en hou hetzelve by een punt vast; blaas het Zegellak uit, en hou het gefmolten einde naby het Papier tot op den afftand van omtrent één duim, hetzelve, in onderfcheide rigtingen, fnel beweegende. Alsdan zal de Electriciteit van het Papier het Zegellak aantrekken in de gedaante van zeer dunne draadjes, welke naderhand gefmolten en aan het Papier gehegt kunnen worden, door het Papier voor een oogenblik digt by het vuur te houden. Een klein stukje Zegellak, op een fpelde of naald geftooken, is beter tot het doen deezer Proeve dan een geheel ftuk Lak. Deeze Proeve kan overal, ten allen tyde, genomen worden, daar dezelve geen toeftel van eene Electrifeer Machine behoeft.

B 2

[ocr errors]

Aan

Aan de Schryvers der Algemeene Vaderlandfche Letteroefeningen.

GEACHTE MEDEBURGERS!

het laatfte Stukje van Uw geacht Maandwerk, I No. 14 des voorigen jaars, hebben UEDs. cen berigt geplaatst, wegens de oudheid der Telegraphe. Dit herinnerde my, iets geleezen te hebben iets geleezen te hebben, in des Heeren VON ARVIEUX hinterlasfene merkwurdige Nachrichten worinnen 'er feine Reife nach Conftantinopel, &c. beschreibet. Waaruit blykt, dat 'er, reeds vóór veele Eeuwen, al eenig werktuig is uitgevonden en gebruikt, tot het zelfde einde als thans de Telegraphe.

Hiernevens de opgaaf van dien Schryver, volgens de uitgave van LABAT, Erfter Theil, bl. 237 en 238.

Zo Gyl. oordeelt, dit eene plaats te verdienen in Uw Tydfchrift, zy 't U tot dat einde gezonden, door Uwen Medeburger R. S. (*)

R. 8 Jan. 1798.

EEN SOORT van telegraphe van 'DEN OUDEN TYD.

p. deezen weg (dat is tusfchen Tyrus en Akra)

O kwamen wy tot op den hoogten top van den Berg

Nakhoufe. Hier vindt men een Tooren, even als doorgaans op alle andere Kaapen gezien worden: die, welke men hier aantreft, is echter nog in redelyken staat; doch wordt thans niet meer bewoond.

Weleer wierden op alle deeze "Toorens Wachten gehouden; waardoor men, door middel van afgefprooken teekens, van Jerufalem tot in Conftantinopel, met de grootste fnelheid, berigt kon bekomen van al wat men wenschte. Men

(*) Dit Stukje, ons in 't Hoogduitsch toegezonden, hebben wy der plaatzinge nlet onwaardig geacht: waarom wy het vertaald, onzen Leezeren mededeelen.

Men ziet deeze Toorens, of liever derzelver overblyfzels, nog werkelyk op alle Kaapen, en over 't algemeen. op alle de Gebergten, langs de Kust van Afie, Natolie, Caramanie, Syrie, Galilæa, Samaria, Judæa, tot aan Jaffa, waar zy zich van de Zeekust beginnen te verwy deren, en op de toppen der Bergen tot aan Jerufalem voortloopen. Alle zyn ze zo gelegen, dat men van den eenen Tooren den anderen zien kan; en op deeze wyze konde men, door telkens herhaalde teekenen, al wat men goedvond aan het geheele Land bekend maaken.

De heilige HELENA, Moeder van Keizer cONSTANTYN, liet, zo als men verhaalt, by haare reize na Jerufalem, om het Kruis des Heeren te zoeken, deeze Toorens ftichten; en wel met dat oogmerk, om haaren Zoon, zo dra zy dien heerlyken fchat zou gevonden hebben, ten spoedigtten daarvan te verwittigen. Ook zou de Keizer in weinige uuren van zyne Moeder tyding ontvangen, en deswegen een groot Feest gehouden

hebben.

[ocr errors]

LEEVENSBYZONDERHEDEN VAN ROBERT KÖBINSON, in leeven Leeraar eener Vergadering van Disfenters, in St. Andrews Parochie, Cambridge.

(Ontleend uit de Memoires van GEORGE DYER.)

OBERT ROBINSON, wiens Leevensgefchiedenis genoeg byzonders bevat om eene plaats in ons Mengelwerk te vinden, werd in het Landfchap Norfolk, in den Jaare 1735, gebooren. Hy was de Zoon eens Tolbedienden. Op zyn zevende jaar, toen zyne Moeder Weduwe werd kreeg hy eene plaats in een begiftigd Leerfchool te Scarning in Norfolk, waar verfcheide uitmuntende Mannen, onder welken men Lord THURLOW telt, hunne beginzels van Geleerdheid ontvingen.

De bekrompene tydlyke omftandigheden zyner Moeder noodzaakten haar, naa verloop van eenige weinige jaaren, af te zien van eene verdere Geleerde Opvoeding aan haaren Zoon te geeven. Hy werd, in 't Jaar 1749, by een Paruikenmaaker te Londen befteld. Staande deeze dienstbaarheid, lag hy zich met allen vlyt, die zyn Leevensstand toeliet, op de Studien toe. Een Bewonderaar zyn

de van ROMAINE en WHITEFIELD, beroemde Predikers onder de Methodisten, voelde hy zich opgewekt om onder deezen een Leeraar te worden.

Vóór dat ROBINSON'S leerjaaren uit waren, ontfloeg hem zyn Meester van de aangegaane verbintenis. Hy vertrok na Norwich, waar hy eerst predikte in de Vergaderplaats de Tabernakel geheeten. Kort daarop werd hy Leeraar in eene Parochie. Met den Jaare 1761 begaf hy zich na Cambridge, en bediende daar eene Gemeente van Baptisten. Korten tyd te vooren ELLEN PAYNE, van Norwich, getrouwd hebbende, nam hy zyn verblyf te Hauxton, een Dorp niet verre van Cambridge. Zyn huis was klein, zyn inkomen gering, en welhaast werd zyn Gezin talryk. Een inneemend voorkomen bezittende, en een liefderyken aart, werd hy welhaast de lieveling der armen, en droeg de agting van allen weg.

Naderhand verhuisde hy na Chesterton, een ander Dorp in de Nabuurschap van Cambridge, waar hy kwam om 's Zondags te prediken; dit deedt hy, op andere tyden, dikwyls op de omliggende Dorpen. Eene nieuwe Vergaderplaats door zyne Gemeente te Cambridge opgerigt zynde, trokken de Volkbehaagende bekwaamheden van ROBINSON, als Leeraar, de aandagt van eenige Academieburgeren. Eenigen derzelven gedroegen zich zeer onhebbelyk in de Vergadering, en één hunner moest des verfchooning in de Nieuwspapieren vraagen.

[ocr errors]

Te midden van ROBINSON's Leeraarsarbeid en Akkerbouw want de behoefte van zyn aangroeiend Gezin noodzaakte hem een Landhoeve te bearbeiden zette hy zyne Letteroefeningen geftadig voort, en fchreef eenige Stukjes, die geene geringe maate van opmerking trokken. Het gefchrift, 't welk hem eerst als Schryver be. kend maakte, was eene Verzameling van Brieven aan een Vriend, getyteld: Arcana, or the First Principles of the late Petitioners to Parliament for Relief in the Matter of Subfcription. Dit Stukje verfchafte hem veele Vrienden van aanbelang onder de Disfenters. In den Jaare 1775 gaf hy het eerfte Deel in 't licht van zyne Vertaaling der Sermons van SAURIN, welk werk hy zints voltooide. In 't volgend jaar verfcheen zyn Plea for the Divinity of our Lord Jefus Christ. Dit Pleit voor de Godlykheid des Zaligmaakers verwierf hem niet weinig betoons van hoogagting van Leeraaren der Heerfchende Kerke, en van de regtzinnige Disfenters. Gunftige voorstellen

wer

werden hem van wegen de Hoofdkerk gedaan; doch ftandvastig door hem verworpen. Wanneer Dr. OGDEN hem toevoegde:,, kennen de Disfenters de waarde van den Man?" gaf ROBINSON ten antwoord: de Man kent de waarde van de Disfenters!"

[ocr errors]

In Mr. ROBINSON was zugt tot Vryheid de hoofdtrek zyns Characters, en veele zyner Schriften waren gerigt tegen de Burgerlyke en Kerklyke Dwinglandy. Zyne Hiftory and Mystery of Good Friday, in den Jaare 1777 uitgegeeven, was een geestige, doch eenigzins ruwe, aanval op de Kerklyke vaststellingen, welke de viering van Feestdagen als Goede Vrydag voorftaan, als mede eenige andere Bygeloovige Gebruiken, gelyk ze betyteld worden door de Disfenters. Hier op volgde zyn Syllabus of Lectures on Nonconformity. Dit Werk behelsde den omvang van het geheele gefchil der Disfenters met de Kerk van Engeland, en vormde een plan van een stelzelswyzen aanval op dezelve. Een Werk, zeker met geene geringe maate van bitsheid gefchreeven, fchoon de Schryver, klagten deswegen hoorende, ten antwoord gaf: wat ik gezegd heb is genade by 't geen ik zou hebben kunnen zeg?? gen!" Met den Jaare 1778 gaf ROBINSON in 't licht eene Vertaaling van CLAUDE'S Essay on the Compo fition of a Sermon, met veele Aantekeningen vergezeld. In 1784 ondernam hy het vervaardigen van the Hiftory of the Baptism; welk Werk hem veele jaaren beitendigen arbeids kostte; het zag niet voor den Jaare 1790 den dag.

[ocr errors]

Geduurende den tyd, dien ROBINSON bezig was met bouwstoffen voor dit Werk te verzamelen, deedt hy ten dien einde veele reizen na Londen, verkeerde met Lieden van allerlei Gezindheden, en predikte in de Kerken van Presbyteriaanen van verfchillende benaamingen, van Independenten en Baptisten; en zyne fteeds toeneemende reklykheid van begrippen, in het ftuk der Godsdienstleere, baarde veel ongerustheids by zyne Regtzinniger Broederen. Met den Jaare 1786 verfcheen in druk een Boekdeel, getyteld: Village Sermons; deeze Leerredenen zyn van eenen zeer zonderlingen ftempel; veel vreemds in geveelens paarde zich met klem van die welfpreekenheid, welke best fmaakt aan ongeletterde toehoorders.

De laatste jaaren zyns leevens befteedde Mr. ROBINSON meest in Letterarbeid, om zyn Hiftory of Baptism, en zyne Ecclefiastical Researches, te voltooijen. Werken,

B 4

die

« EelmineJätka »