Page images
PDF
EPUB

"

Hy fchept in deugd vermaak; en zulk een welbehaagen
Is 't hoogste heil (*).”

Eene andere plaats uit CICERO.

[ocr errors]

o Wysheid, leidsvrouw des leevens! o nafpoorfter der ,, deugden, en der ondeugden uitdryffter! Een dag wél ,, en naar uwe bevelen doorgebragt is te kiezen boven eene in zonde verfleten onfterflykheid (†)."

Nog eene andere uit de Spreuken van SALOMO, alwaar hy fpreekt van de wysheid en de deugd.

[ocr errors]

,,Lengte van dagen is in haare rechterhand; in haare linkerhand rykdom en eere: haare wegen zyn wegen der lieflykheid, en alle haare paden vrede." Hoofdft. III, vs. 16, 17.

SPR.

Daar ik God befchouwde als de bron der Wysheid, oordeelde ik het plichtmaatig en noodzaaklyk ter bekominge van dezelve zyne hulp te zoeken. Ik ftelde daarom het volgende korte Gebed op, en plaatste het aan het hoofd der tafelen myns onderzoeks, om het dagelyks te gebruiken.

[ocr errors]
[ocr errors]

2,0 Magtige Goedheid! Weldaadige Vader! Barmhartige Geleider, vermeerder in my de Wysheid, opdat ik myn waar belang moge kennen: verfterk myn befluit om alles uit te voeren wat zy voorfchryft: laat "myne goede diensten jegens uwe andere kinderen U ,, welbehaagelyk zyn, als de éénige in myn vermogen ftaande daaden van erkentenisfe voor de aanhoudende » gunsten, welke Gy my bewyst.”

[ocr errors]

Ook

(*) Het kwam my best voor, het oorfpronglyke van deeze plaats, gelyk ook van de uit CICERO en TOMPSON ontleende woorden, uit den tekst wech te neemen en by wege van Aantekeningen aan den voet der bladzyde te plaatzen. E. S. N.

[ocr errors]

Here will I hold: if there is a power above us
(And that there is, all nature cries aloud
Thro' all her works) he must delight in virtue,
And that which he delights in, must be happy.

(t) o Vita philofophia dux! o virtutis indagatrix, expultrixque vitiorum!... Unus dies bene, & ex præceptis tuis actus, peccanti immortalitati eft anteponendus, Cic. Tusc. Quæft. Lib. V, Cap. 2.

Dok bediende ik my van dit Gebed, getrokken uit de Gedichten van TOMPSON:

[ocr errors]

22

Vader des Lichts en des Leevens! Gy zelve het hoogste Goed! Leer my wat goed is, leer my uzel,,ven kennen. Behoed my tegen dwaasheid, ydelheid ,, en ondeugd; tegen alle laag bejag, en vervul mynen geest met kennisfe, met den zielsvrede van een gerust "geweten en met reine deugd, met geheiligde, waare en onverwelkelyke gelukzaligheid (*).

وو

Dewyl het voorfchrift van Orde eischte, dat ieder gedeelte van myne bezigheden zynen bepaaldlyk aange wezen tyd had, behelsde eene bladzyde van myn boeksken het volgende ontwerp voor het gebruik der vierentwintig uuren van den natuurlyken dag.

Ontwerp voor het gebruik der vierentwintig uuren van den natuurlyken dag.

Morgen-vraag: Wat goed kan ik heden doen?

Uuren

Zoras ik opfta my wasfchen en de opperste Goedheid aanroepen, de bezigheden van den dag regelen, de letteroefeningen, welke ik onder 7j handen hebbe, vervolgen, ontbyten.

[blocks in formation]

122

Leezen, of myne rekeningen opneemen, mid1 dagmaal houden.

[blocks in formation]

(*) Father of light and life, thou Good fupreme
o Teach me what is good, teach me thyself.
Save me from folly, vanity, and vice,
From every low purfuit and fill my foul
With knowledge, confcious peace, and virtue pure,
Sacred, fubftantial, never fading blifs.

Uu

Uuren

7

61 Alles op zyne plaats fchikken, avondmaaltyd >houden, mufiek of uitfpanning, of gezelfchap, 8 onderzoek van den verlopen dag.

9j

IO)
II

12

I>Slaapen.

2 3

Avond-vraag: Wat goed hebbe ik heden gedaan?

Ik begon de uitvoering van dit Ontwerp met myzelven te onderzoeken, en volhardde daarin eenen tydlang, maar brak ze tusfchen beiden af by fommige gelegenheden. Ik ftond verbaasd, toen ik bevond, dat ik veelmeer vervuld was met gebreken dan ik my verbeeld had, maar ik had ook het genoegen van ze te zien verminderen.

Ter vermydinge der moeite van myn boeksken (hetgeen door het fchraapen van het papier ter uitwisfchinge der merktekenen van oude misflagen, om plaats te maaken voor nieuwe, geheel vol gaten was geworden) van tyd tot tyd te vernieuwen fchreef ik myne tafels en myne voorfchriften over op de yvooren bladen van een memorieboekjen: de lynen werden daarop met rooden inkt getrokken om te blyven ftaan, en ik tekende myne misflagen aan met eene ftift van roode aarde, waarvan ik de trekken gemaklyk konde uitwisfchen door 'er eene natgemaakte fpons over te ftryken.

Na eenigen tyd doorliep ik mynen kring flechts eenmaal in het jaar, en vervolgens flechts eenmaal in etlyke jaaren, tot dat ik het eindelyk geheel naliet, zynde buitenshuis ingewikkeld in reizen, bezigheden en menigvuldige verrichtingen. Evenwel droeg ik altoos myn klein boeksken by my. Myn ontwerp van Orde gaf my de meeste moeite, en ik bevond, dat fchoon het uitvoerbaar ware, wanneer iemands zaaken van dien aart zyn, dat zy hem de geregelde befchikking over zynen tyd laaten gelyk, by voorbeeld, die van eenen boekdrukkers werkman, dit zo niet meer was voor eenen meester, die zyne betrekkingen met de waereld moet hebben, en dikwyls

de

de menfchen, met welken hy te doen heeft, ontvangen op het uur, dat hun gevoegelykst is. Ik vond het ook zeer bezwaarlyk de Orde te onderhouden in het bergen van goederen, papieren, enz. op hunne plaatzen. Ik was niet vroegtydig aan dien regel gewend, en daar ik een uitmuntend geheugen bezat, had ik weinig gevoel van het ongemak hetgeen uit het gebrek van orde voortkomt. Dit punt noodzaakte my tot eene lastige oplettendheid: myne misflagen, ten deezen opzichte, kwelden my zodanig, myne vorderingen waren zo gering, en myne wederinftortingen zo menigvuldig, dat ik bykans voornam omtrent dit gebrek de gemaklykfte party te kiezen.

Jets, hetgeen wel voor de Reden wilde doorgaan, luis. terde my ook van tyd tot tyd in, dat deeze uiterste kieschheid, welke ik myzelven afvorderde, wel eene foort van dwaasheid in het zedelyke konde weezen, die my belachelyk zoude maaken, indien zy bekend ware; dat een volinaakt character de ongelegenheid wel eens zoude kunnen ondervinden van een voorwerp te zyn van haat en nyd, en dat hy, die het goede wil, een klein aantal van gebreken in zichzelven moet dulden, om het zynen vrienden niet ongemaklyk te maaken.

Om de waarheid te zeggen, ik vond, dat ik onverbeterlyk was in het stuk van Orde, en tegenwoordig, nu ik oud ben geworden, en myn geheugen flecht is, gevoele ik de noodzaaklykheid daarvan leevendig; maar, alles in aanmerking genomen, fchoon ik nooit gekomen ben tot die volmaaktheid, welke ik zo gaarne had willen bereiken, fchoon ik 'er zelfs verre af ben gebleven, hebben, evenwel, myne poogingen my beter en gelukkiger gemaakt, dan ik zoude geweest zyn, indien ik deeze onderneeming niet had aangevangen: gelyk iemand, die eene volmaakt goede hand in het fchryven tracht te krygen, door het navolgen van een in plaat gefneden voorbeeld, fchoon hy nimmer dezelfde volmaaktheid kan bereiken, evenwel, door de poogingen, welke by aanwendt, zyne hand beter, en zyn fchrift draagelyk zal maaken.

Het kan voor myne nakomelingfchap nuttig zyn te weeten, dat hun Voorvader aan deeze kleine kunstgreep, met Gods hulpe, het beftendige geluk van zyn leeven is verfchuldigd geweest, tot aan zyn negenen zeventigste jaar, waarin dit gefchreven is. De wederwaardigheden, welke het overige zyner dagen nog kunnen verzellen,

zyn

zyn in de handen der Voorzienigheid; maar, indien zy komen, moeten de gedachten van zyn voorig geluk hem behulpzaam zyn in ze met gelatenheid te verdraagen. Aan de Soberheid fchryft hy toe zyne langduurende en beftendige gezondheid, en hetgeen hy nog van eene goe de lichaamsgefteldheid heeft overgehouden; aan Vlyt en Zuinigheid de onbekrompen toeftand, welken by al vroeg heeft bereikt, de overwinst van zyne middelen en van kundigheden, welke hem in staat hebben gefteld om een nuttig burger te zyn, en hem eenigen naam gegeven onder de geleerden; aan de Oprechtheid en aan de Recht yaardigheid, het vertrouwen van zyn Vaderland en de aanzienlyke bedieningen, waarmede men hem bekleed heeft. Kortom, aan den invloed van alle deeze deugden, hoe onvolmaakt hy ook moge geweest zyn in ze zich eigen te maaken, gelooft hy die eenpaarigheid van geestgefteltenisfe, die vrolykheid in de verkeeringe, verfchuldigd te zyn, welke nog zyn gezelfchap doet zoeken door menfchen, die jonger zyn dan hy. Hy hoopt, dat fommigen zyner afftammelingen zyn voorbeeld zullen volgen, en 'er zich wel by bevinden.

Men zal opgemerkt hebben, dat, hoewel myn Ontwerp niet te eenemaal was zonder betrekkinge tot den Godsdienst, 'er nogthans geene fpooren van eenig Leerstuk in voorkwamen. Dit had ik voorbedachtelyk vermyd; want ik was overtuigd van de nuttigheid en van de uitmuntendheid myner inrichtinge; ik geloofde, dat zy ook nuttig moest zyn voor andere menfchen, hoedanig derzelver Godsdienst mogt weezen, en was voorneemens ze ten eenigen dage in het licht te geeven.

Ik had een oogmerk om over elke Deugd eene kleine Verhandeling te fchryven, waarin ik zoude hebben doen zien het voordeel van ze te bezitten, en de rampen, welke de tegengeftelde ondeugden volgen; ik zoude aan myn Boek den titel gegeven hebben, de Kunst der Deugd, dewyl het de middelen en de wyze zoude aangetoond hebben om zich de Deugd eigen te maaken, waardoor het onderfcheiden zoude geweest zyn van eene bloote opwekkinge, welke, geene middelen aanwyzende, waardoor men een deugdzaam mensch kan worden, gelykt naar de taal van hem, die, om de uitdrukking van eeren Apostel te gebruiken, enkel met den woorde en met de tonge lief heeft (I JOANN. III: 18), en den naakten en hongerigen vermaant warm en verzadigd te worden, zonder hun midworden, MENG. 1798. No. 6.

de.

« EelmineJätka »