Page images
PDF
EPUB

befluit te komen. Indien het eenvoudigste beginzel, 't welk ooit van 's menschen tong rolde, ooit uit eene pen vloeide, aangenomen werd ik meen - de gulden regel, om anderen te doen gelyk wy willen dat ons ge, fchiede! indien deeze onze Gids ware in ingewikkelde gevallen, hoe menige weezenlyke gevaaren, en daadlyke verliezen, zouden wy niet vermyden! Hoe veele kwellingen, die onzen hoogmoed krenken, ontgaan! Hoe veel geraaktheid, welke het hart verhardt, ontwy. ken! Hoe veel beter, over 't geheel, zou het met de menschlyke Maatschappy gefteld weezen! Hoe veel meer gefchikt om den kring des gezelligen geluks te verbreeden, en de Mensch met zynen Naasten te bevre digen!

Doch veelen worden 'er gevonden, die veronderstellen, dat eene zaak van bezwaar het afwyken van de striktste regelen der Regtvaardigheid, voor een tyd, billykt. Dit is een zonderling misbegrip, en verraadt geene geringe maate van onkunde in de menschlyke natuur; want indien 'er een geval is waar in wy meer dan in eenig ander ons moeten vasthouden aan den ftrikten regel van Regtvaardigheid, het is in geval van bezwaar; dewyl, hoe groot dit bezwaar ook moge weezen, hoe onverftaanbaar in woorden of figuuren, de Mensch, die zynen Naasten doet gelyk hy wenscht dat hem gefchiede, dezelve het klaarfte vooritel vindt, 't geen hy kan aantreffen. Laat braafheid braafheid ontmoeten, en alle gefchil verdwynt, en, het geen nog beter is, eene groote maate van onderlinge liefde en agting wordt hier uit gebooren, welke wy niet altoos zien te voorfchyn komen uit de beflisfingen, die enkel voortvloeijen uit naauwkeurige bereke ning. De Man met een braaf en ruim hart, en die onregt fchroomt te pleegen, dewyl hy fchroomt zyn Pligt niet te betragten, zal aan geene kleinigheden blyven han. gen, des niet twyfelen; ook zal hy, die ftout genoeg is om door een vooroordeel heen te breeken, niet hairklooven.

Maar 'er doet zich een ander bezwaar op, 't geen de afwyking van de beginzels der Regtvaardigheid, in geval Jen van moeilykheid, vergezelt, welk waarfchynlyk niet in den zin gefchooten zal weezen van menfchen, die onvast zyn in hunne beginzelen; naamlyk, dat elke afwyking van de regelen des strikten Regts den gereeden weg baant tot andere en verdere afwykingen; en het staat

te

te duchten, dat de Man, die van zwaarigheid tot onregt overftapt, niet fchroomvallig zal weezen om ten zynen voordeele te beflisfen in min ingewikkelde gevallen. En, in de daad, wy zullen wel ras ontwaaren, dat, by lieden van deezen ftempel, geen geval eenig bezwaar zal opleveren; want, indien een Mensch Eigenbaat ten grondflage legt van alle zyne bedryven, zal hy in de volvoering van zyn plan flaagen, naar maate van zyn vermogen of behendigheid.

De eenige weezenlyke zwaarigheid, in zulk een geval, is de moeilykheid om te weeten waar op te houden : want terwyl een Man het zo kan beleggen, dat hy de donkere zyde van zyne daaden verbergt, of de onderfteuning en eene regtvaardiging zyner bedryven van de wereld ontvangt, zal hy met aangroeiende ftoutheid voortvaaren, tot hy in 't einde eene ftellige en uitdruklyke wet overtreedt, en in 't openbaar zo eerloos wordt als hy reeds lang in 't verborgen geweest is. Voorbeelden van zulk een val in goedberugtheid en middelen zyn niet zeldzaam; en zullen veelvuldig blyven, indien wy, in onzen handel met het Menschdom, de weinige korte en eenvoudige voorfchriften, welke de Regtvaardigheid vordert, over 't hoofd zien. Houden wy ons aan deeze vast, alles is in veiligheid. Wyken wy er van af, neemen wy andere leidslieden, 't zy wy, met de Ouden, Droomen raadpleegen en op Voortekenen afgaan, of met de Hedendaagfchen alleen op ons eigen voordeel letten, en alles geoorlofd rekenen, 't welk geen inbreuk maakt op de ftellige Landswetten, dan zyn wy niet langer veilig, of buiten gevaar van ontdekking en onheil. Dat wy, derhalven, indien wy ons niet veilig kunnen verlaaten op onze waakende of flaapende Droomen, den raad van PYRRHUS volgen Laaten wy onzen Pligt

doen!

IETS OVER DE

VOORTREFLYKE GENEESKUNDIGE

EIGENSCHAPPEN VAN HET Onopordum Acanthium,
OF Ezelsdistel. Door Doctor HANDEL,
ftein, in 't Nassau-Ufingensche.

te Id

Volgens myne bevindingen in eene vry uitgebreide

Practyk, kan ik met een goed geweten bevestigen

al het voortreflyke, 't geen door BORELL, STAHL, ZIMMERMAN, VATER, ROS, en ELLER, aangaande de krag. ten van dit gewas, is ter nedergefteld.

In het byzonder vinde ik met de waarheid overeen komftig, 't geen die beroemde mannen, aangaande deszelfs voortreflykheid in het uitroeijen van kwaadaartige Zweeren, geschreeven hebben. Nog voor weinige weeken bedwong ik met het versch uitgeperste zap deezer plant eene Zweer, die alle tekenen van een nabyzynd Kankergezwel aankondigde. De daar door aangetaste Lyder was een Postknegt, die, na met het vergif der Venusziekte geheel doordrongen te zyn geweest, eene bovenmaatige hoeveelheid van Kwikzilver gebruikte, en daar door eene kankerachtige Verzweering bekwam, die, van den linker vleu gel der Neus beginnende, zich, tot op een halven duim na aan de kin, verfpreidde, en niets dan een verfchriklyken marteldood voorspelde.

Alle de gewoone middelen wierden in dit geval aangewend; doch de zaaken gingen van kwaad tot erger, tot dat ik dagelyks een compres, met het versch uitgeperfte zap van den Ezelsdistel bevogtigd, zes of acht maalen liet aanleggen, met dit gewenscht gevolg, dat ik, tot myne verwondering, en tot verbaazing dier geenen, welke den ongelukkigen reeds voor onherstelbaar hadden verklaard, dit hardnekkig ongemak binnen veertien dagen geheel geneezen zag.

Meer dergelyke gevallen zoude ik kunnen aanhaalen; doch befpaare dezelve tot een uitvoerig Vertoog, 't geen ik voorneemens ben over de uitmuntende kragten van dit Geneesmiddel in het licht te geeven. Kortelyk zal ik maar aanmerken, dat ik, teffens met het gebruik der vereischte inwendige Geneesmiddelen, door de uitwendige wasfchingen, met dit zap, zo wel de drooge als de vochtige fchurft geneeze, zonder het gebruik van eenige zalf hoegenaamd.

Met behulp van het zelfde middel genas ik ook meermaalen den Daauwwurm en het Kwaadzeer der kinderen; gelyk ook de heftigfte Venerische Oogontsteekingen en Chankers van den allerkwaadaartigften aart, en dat wel binnen een zeer korten tyd. De Sprouw geneest door middel van dit zap ook veel fpoediger, dan door de Borax. Terwyl de ftank en fcherpe etterftoffe van verouderde verzweeringen aan de beenen daar door merkelyk verbeterd wordt.

Aan

Aanmerking van den REDACTEUR. De kragten van het vermeld Gewas, ten onrechte door veele der beste Schryveren over de Materies Medica verwaarloosd, ver. dienen voorzeker alle aandagt en een naauwkeuriger onderzoek. Het zap van deeze plant heeft, onder anderen, ongetwyfeld meermaalen veel dienst gedaan in verouderde en kwaadaartige Verzweeringen; doch dat men 'er eene waare Kankerachtige Zweer mede zou kunnen geneezen, durven wy geenzins verzekeren, of gelooven. Het bovengemeld voorbeeld bewyst zulks ook in geenen deele, dewyl de aldaar gemelde Zweer voorzeker geene waare Kanker geweest is; maar wel eene kwaadaartige en zeer gevaarlyke ontaarting, door het Venusfmet, of liever door de in al te groore hoeveelheid aangewende Kwikmiddelen, veroorzaakt, waar door wel Verzweeringen ontstaan kunnen, die de uiterlyke gedaante van Kan. kerachtige Gezwellen en Verzweeringen aanneemen; doch daar van echter in aart hemelsbreed verschillen.

BERICHT WEGENS DE CHINEESCHE HENNIP,

Door

B. FAUJAS-ST-FOND,

De Chineesche Hennip overtreft oneindig veel, in alle haare hoedanigheden, de Europeefche, en verdient daarom ten hoogften de aandagt der Natuurkenners. De Heer ELIOT, die eenigen tyd te Canton vertoefd had, gaf daar van, in 1781, dertig of veertig zaadkorrels aan den Heer FITZ-GERALD. Ďeeze wierden eerst gezaaid den vierden van Zomermaand, en dus eene maand te laat; dan, niettegenstaande dit verzuim, bekwamen de meeste ftengen eene hoogte van veertien voeten, terwyl de grootfte derzelve beneden een omtrek bezaten van zeven Engelfche duimen. Op zyn tyd bloeiden deeze planten zeer fleurig; doch zy ftierven door de vroegtydige koude eer hun zaad behoorlyk ryp was. FITZGERALD nam verder waar, dat iedere plant, beneden, tusfchen de dertig en veertig zydtakken had voortgebragt, die by paaren, in eene horizontaale houding, gefchikt waren, terwyl een groot aantal van hoogere takken in allerlei orde ge

T4

[ocr errors]

plaatst

plaatst waren, meestal met tusfchenruimten van vyf of zes duimen tot boven aan den top. Zommige der benedenfte zydtakken hadden eene lengte van vyf voeten, en de overige wierden al kleinder en kleinder, tot aan den top; zo dat de plant in zyn bloei eene fraaije kegelvor. mige gedaante vertoonde.

Na dat dezelfde Waarneemer deeze Hennip op de gewoone wyze had doen rotten, en beproeven wilde, of de draad gemaklyk van het houtachtig deel zou kunnen gefcheiden worden, zag hy, tot zyn groot genoegen, dat de geheele draadachtige bast kon worden weggenomen zonder te breeken, niet alleen van 't benedenfte des ftams tot boven, maar insgelyks van het begin der zydtakken tot aan hun einde. Niet alleen was de menigte der bekomene Hennip ongemeen groot, maar de draad was buitengewoon fterk. De draad, welke hy bekwam van tweeendertig planten, woog, na welgedroogd te zyn, drie en een vierde pond. Doch de planten hadden denkelyk niet eens haaren vollen wasdom bekomen, dewyl de zaaden niet ter rechter tyd in den grond gekomen waren. De Zomer was zeer droog, en de grond, in welken de planten ftonden, niet van de vruchtbaarste foort, en desniettegenstaande waren de planten weekelyks genoegzaam elf duimen opgefchooten.

De Engelfchen begreepen zeer wel, dat het voor hunne Zeemagt van het uiterst aanbelang zou zyn, indien zy dit nuttig gewas konden aankweeken; zo dat het de aandacht des Parlements en der verlichtfte Landbouwers naar zich trok. Ondertusfchen waren 'er geene zaaden meer voorhanden, en het bekomen derzelve was zeer bezwaarlyk, om dat de uitvoer van dit gewas, in China, onder zeer zwaare straffen verboden was. Dit verbod fpoorde intusfchen den nayver des te sterker aan, om zich van het bezit van dit nuttig voortbrengzel meester te maaken. Met een der uit China te huis komende OostIndifche Schepen der eerstvolgende Retourvloot ontving men ook reeds een pond van dit zaad, verborgen onder andere Waaren; welke fchat ter hand gefteld wierd aan den Heer BANKS, Voorzitter der Koninglyke Societeit, die 'er, onder anderen, aan my en den Heer BROUSSO. NET twee oncen van gaf, om daar mede eene proef in Frankryk te neemen, voornaamelyk in het Zuidelyk deel des Ryks, in 't welk wy beiden een Landgoed bezaten, Op

dat,

« EelmineJätka »