Page images
PDF
EPUB
[ocr errors]

Natuur omgekeerd, en het zwakte vat tot het fterkite gemaakt worden; waar uit een onnoemlyk aantal onge legenheden moet ontstaan, om niet te zeggen, van onge bondenheden.

Egter heeft deeze jammerlyke ommekeer reeds daad. lyk ftand gegreepen in veele Familien van Fatfoen, gelyk men ze gelieft te noemen. Wy leezen, in de Dagpapieren, dat Mevrouw AVERECHTS een Bal geeft; dat Mevrouw SPILZIEK een Kaartparty en Avondmaaltyd zal houden; in deeze aankondigingen worden de naamen der Mannen en Meesters even min gefpeld, als of zy eeno in 't cyfer waren. En wat is het gevolg geweest, Burgers! van zulk eene losmaaking der zede lyke beginzelen; wat anders, dan dat de Regeering, door het uitvaardigen van dreigende verboden, zich daartegen heeft moeten verzetten. Dit zyn de heerlyke vrugten van die Nieuwigheden; dit de veranderingen, door die zogenaamde vryheid van denken en doen ingevoerd.

[ocr errors]

Een ander gevolg, 't welk voortvloeit uit de pooging yan eene Omwenteling te doen ftandgrypen in het Huislyk Beheer, is het aankweeken van een Partygeest. In ftede van eensgezindheid en wettige gehoorzaamheid vinden wy de Huisgezinnen vol Partyfchappen; deeze hangt de zyde van den Heer, geene die der Vrouwe aan. Waar de laatstgemelde Party de overhand heeft, gaat zulks vergezeld met eene ontzettende verkwisting der Inkomften; en die Party wordt niet zelden de door. brengiter van ontelbaare duizenden. De geheele Staat wordt bankbreukig; en de leden worden genoodzaakt uiteen te gaan, en elders een goed heenkomen te zoeken. Niet zelden ook vormt de vermoedelyke Erfgenaam eene fterke Party tegen den Souverain; en, door middel van vreemde troepen, het doorgaand gevolg eener bui tenlandfche opvoeding, keert hy den Throon om, op welken hy als Opvolger hadt moeten zitten.

Maar ik heb myn Brief tot eene ongewoone lengte uitgerekt: 't geen ik daar in fchreef moet genoegzaam weezen om het gevaar aan te toonen, van uit de Analogie te redenkavelen, of de gelykenis te verre uit te ftrekken tusfchen een Koningryk en een Huisgezin, en, gevolg. lyk, om in het laatfte over te brengen die befpiegelende ftelzels en Utopiaanfche harsfenfchimmen, welke, binnen behoorlyke paalen omfchreeven, mogen dienen om het verftand der Staatkundigen bezig te houden en te fly.

Da 2

pen;

pen; maar, wanneer men poogt de uitvoering daar van over te brengen op de veel kleinder fchaal van Huislyk Bestuur, verwarring, regeeringloosheid, en verderf moet naa zich fleepen. Het is gevaarlyk, al te kiesch te weezen, en oude Vaststellingen omver te werpen, ter oor. zaake van kleine gebreken; en ze te neder te fmy. eer wy verzekering bekomen hebben, dat wy iets, zo goed, indien niets beter, in ftede kunnen ftellen. Ik ben

ten,

Uw Medeburger

HUIS-POLITIEK.

HET PARADYS VAN SCHEDAD.

(Eene Arabische Vertelling.)

Weleer, lang vóór dat gezegend oogenblik, in 't welk de

Propheet der waare Geloovigen de waereld verlichtte, en eer de geheiligde Koran uit den zevenden Hemel was ne. dergedaald, wierd Temen (Gelukkig Arabie) met een willekeu rig gezag beheerscht door SCHEDAD. Deeze was een wreed en wellustig Despoot, verfoeilyk door zyne buitenspoorigheid en godloosheid; ja eerder een Monfter dan een Mensch. By zyne overige affchuwelyke hoedanigheden voegde hy de dwaasheid van een Goddelyken Eeredienst te begeeren. Had by deeze buitenspoorigheid alleen binnen de muuren van zyn Paleis beflooten by zou daaraan gemaklyk hebben kunnen voldoen de Hovelingen van zyn tyd zouden hem, zonder de minste tegenkanting, hebben aangebeden; zy zouden zelfs, zo het gevorderd was, den Aap en de Papegaay huns Meesters tot de voorwerpen hunner aanbidding gemaakt hebben. Doch SCHEDAD begeerde, dat zyne Goddelykheid door het geheele Volk zoude erkend, en in erust worden aangenomen voor een onfeilbaar Leerftuk in de Arabische Godgeleerdheid.

Om tot zyn oogmerk te geraaken, dagt hy een buitenspoo rig middel uit, en niet ten onregte; want de zodanige flaagen dikwyls het best. Hy deed ten dien einde een uitgebreid veld, in het aangenaamst gedeelte van zyne Staaten, met een hoogen muur omringen. Een van binnen rondloopend Bosch van zeer hooge en fchoone boomen bedekte het gezigt van het muurwerk, en omcingelde den grootsten en pragtigsten Tuin, die immer beftaan hadt. In denzelven vond men vrugt baare velden, bepoot met de fchoonfte en welriekendfte Len

te

9

rebloemen van daar ging men in dreeven en wandelwegen op het keurigst beplant met de uitgezogtfte welriekende en vrugtdraagende boomen. Doorfchynende beeken ftroomden met een zagt geruisch, over het goudkleurig zand, of boisten tegen fchitterende keifteenen; met welk geluid zich de ftreelende ftem van het zangryk gevogelte, 't geen het omringend geboomte bewoonde, op het licflykst, vermengde. Op eene andere plaats spiegelde men zich in 't kristallyne vogt van een grooten vyver, in welks doorfchynende wateren men de fchoonfte fchelpdieren en visfchen zag fpeelen. Van daar ging men in de verkwiklyke fchaduw eener betoverende Valel, in welke een zilverkleurige waterval de lugt fteeds verfrischte; terwyl men zich wat verder kon verlustigen in een Doolhof, zamengesteld nit de schoonfte Palmboomen en fteeds groenende Cederen. Overal, om kort te gaan, had de konst de betoverende fchoonheden der natuure op het gelukkigst gebezigd.

Op eenen heuvel, in het middenpunt van dit betoverend verblyf, had SCHEDAD een kostelyk Paleis gebouwd, in 't welk fmaak en rykdom elkanderen den prys betwistten. Alles vond men hier vereenigd, wat door eene vuurige verbeeldingskragt, tot gemak en vermaak, kan worden uitgedagt. De uit. fteekendite Konstenaars, die door hunne weetenschap de zin. neu kunnen streelen, waren hier byeen verzameld, door be. kwaaine Koks, Mufikanten, Danfers, Potzemaakers, Poëten, enz. Dan, 't geen nog meer was dan dit alles, een talryke zwerm van jonge Schoonheden, wel minder zuiver, maar mo, gelyk nog aanvalliger, dan de Hemelfche Houris, vercierde dit betoverend Kasteel.

Toen nu SCHEDAD alles had doen gereed maaken, 't geen tot het in werking brengen van zyn vreemd ontwerp moest dienen, deed hy aan de deuren van alle Tempels de volgende Bekendmaaking aanplakken:

[ocr errors]

SCHEDAD, God van Temen aan alle Geloovigen heil! Voorgenomen hebbende alle andere Goden, die alleen beloo ningen nå dit leven belooven, in weldaadigheid te overtreffen, doen wy te weeten, dat wy in onze vlakte van Temen een "Parydys hebben gefchaapen, in 't welk Gylieden zult kunnen genieten alle de vermaaken van het tegenwoordig leven. Wy zullen daar alle de geenen in opneemen, die, met veragting van alle onnutte Deugden, opregtelyk in Ons geloo ven: en van dit oogenblik af aan zullen wy de hier nevens genoenden van onze getrouwe Dienaaren in hetzelve doen », ingaan. ô Volk van Temen! volg het voetspoor deezer gelukkigen na, en verdien de Kroone der Uitverkoore. nen."

39

[ocr errors]
[ocr errors]

"

De Gelukzaligen, wier naamen in de genoemde Afkondiging vermell wierden, waren de onbeschaamde der vleijers van SCHEDAD; de werktuigen zyner geweldenaryen, en de me gezel,

Dd 3

lea

len zyner wellustigheden: voorts ligtekooijen, die zich aan hêm ten beste badden gegeeven, en eenige andere Vrouwen van een listiger aart, die hem alleen met beloften hadden gepaaid.

Naauwelyks was het Edict afgekondigd, of SCH DAD deed zyne nieuwbakken Heiligen, met groote plegtigheid, inleiden in het Paleis van Iram, en beval hun in vrede die gelukzalig. heden te genieten, die hy hun had toebereid; wier waardye nog aanmerkelyk vergroot zou worden, door de menigvuldi. ge bezoeken, waar mede hy hen dacht te vereeren. Na deeze inhuldiging verliet hy het Paradys, floot de deur, en beval de Wagt, die hy daar by plaatfte, alle Ongeloovigen, zonder genade, om hals te brengen, die het waagen mogten dit heiligdom te naderen.

De Geloovigen baadden zich intusfchen, zonder eenige weêrhouding, in alle die vermaaklykheden, welke hunne Godlyke woonplaats hun kon doen genieten. Voor de eerste reize be wonderden zy, ja beminden zelfs byna, den Dwingeland. Ja zomwylen vielen zy byna in verzoeking, van te gelooven, dat de bezorger van zo veele vermaaklykheden waarlyk een Godlyk Perfoon moest zyn: 't geen juist datgeen was, 't welk SCHEDAD verlangde. Ondertusfchen duurde hun Geloof niet langer dan hun geluk, 't geen spoedigd eindigde. Vermaaken, die alleen in fchyn afwisfelden, maar indedaad dezelfde was ren; vermaaken zonder ophouden, zonder moeite verkreegen en nooit afgebrooken, wierden ras fmaakeloos en eindig den in eene ondraaglyke zadheid. Maar dit was niet alles: door zich al te veel in vermaaken toe te geeven, wierden de Geloovigen niet alleen onbekwaam om dezelve meer te genie ten; maar zagen zich daarenboven ten prooije aan alle ziekten en menfchelyke zwakheden, welke de Soldaaten van SCHEDAD niet in staat waren buiten het Paradys te keeren.

De gemelde onheilen wierden nog hier door verzwaard, dat de Gelukzaligen elkanderen in de waereld gekend hadden: toen ter tyd was hunne onderlinge liefde niet groot geweest, en thans, daar zy zich steeds in hetzelfde gezelfchap bevonden, verfoeiden zy elkanderen. Het zy ze zich opgeflooten in hunne vertrekken; 't zy ze hunne ledige lichaamen ́ afleiding tragten té bezorgen met de heerlyke Tuinen rond te wandelen, 't was alles hetzelfde, en zy wierpen op alles, 't geen zich aan hunne zintuigen aanbood, een blik van doodelyke verveeling. Van een verheven plaats in dit Paradys zag men op de Roode Zee, en de dorre rotzen, met welke dezelve omzoomd is. Wat zouden zy wel niet hebben gegeeven, om als Zeelieden ten fpeelbal te mogen dienen aan dit onstuimig water, of op die onbewoonde rotzen om te dwaalen.

De bewooners van dit Paradys bevonden zich in deeze vermaaklyke omstandigheid, toen de God van Temen hun met zyn eerfte bezoek vereerde. By die vermaaken, door welke by

[ocr errors]
[ocr errors]

onderstelde dat zy als opgetoogen waren, hoopte hy thans het onfchatbaar geluk van zyne tegenwoordigheid te voegen. Doch hoe groot was zyne verbaasdheid en verontwaardiging, toen by, in plaats van een vreugdegefchrei van dankliederen, en yan andere menigvuldige tekenen van erkentenis, niets hoorde dan klagten en murmureeringen. Hy tragtte intusfchen zyn misnoegen te ontveinzen, en, zyne verontwaardiging zo veel mogelyk verbergende, mengde hy liefkoozingen met zyne dreigementen, en zyne Heiligen nu eens vleijende en dan eens dreigende, bewoog hy hen om het nog verder in het Paradys uit te houden, en hun geluk met geduld te draagen. Deeze yoorzorgen waren intusfchen niet voldoende: SCHEDAD zou alle vrugt zyner poogingen verlooren hebben, zo hy aan de bewaa kers van het Paradys geen order had gegeeven, om niet alleen de Godloozen, die zich in het Paradys wilden begeeven, om hals te brengen; maar insgelyks de Vroomen, die poogingen mogten doen om uit dit Hemelsch verblyf te ontsuappen.

SCHEDAD keerde in zyne Hoofdstad terug, in eene verfchrik lyke woede. Zich in zyne ontwerpen geheelenal te loor gefteld ziende, tragtte by zich aan een ieder te wreeken. Hy zag zyn Paradys en zyne Godlykheid veragten, en om dit eislyk on. heil te ftuiten nam hy zyne toevlugt tot een ander middel. Hy liet eene tweede Afkondiging uitvaardigen, in welke hy bekend maakte, dat hy, in aanmerking neemende de ondankbaarheid van zyn Volk, en de zo geringe genegenheid van hetzelve om in de zegeningen van zyn Paradys te deelen, nu eene Hel zou scheppen, waar in hy alle Godloozen zou doen werpen, die maar in 't geringfte aan zyne Godlykheid zouden durven twyfelen, of zich eenigzins durfden ftellen tegen de uitvoering zyner ontwerpeu.

In deeze laatste onderneeming flaagde het Monster ten vollen. Doch eindelyk verloor het Volk van Temer allen geduld, ftond tegen den dwingeland op, en vermoordde hem. Onder anderen kunnen wy uit zyne Gefchiedenis leeren, dat het gemaklyker is, de menfchen te kwellen, dan dezelve gelukkig te maaken.

DE EINDIGENDE DAG.
Fragment.

Ja! de dag is weder geëindigd! weder één dag tot ons onze levensges leven toegevoegd, ééne kleene fchakel, aan ten gehegt, hoe veelen zyn zy, die den blyden Morgen vrolyk zagen aanlichten, en reeds niet meer in leven zyn! die, vóór het eindigen van deezen dag, ook hun dierbaar leven ge. ëindigd hebben, een leven, dat voor fommigen pas aanvangelyk was, dat met plannen en uitzigten vorzeld ging, en welke ontwerpen thans ook in eenen flag ophouden veelen beloofden zig alles, op den aannaderenden Morgen, ja, van de nog voorhanden zynde jaaren! even of men gewisfe

hoe

ze.

« EelmineJätka »