Page images
PDF
EPUB

met de vereischte zorgvuldigheid vervaardigd. Wy hoopen, intusfchen, dat dit middel welhaast beter bekend zal worden, dan alleen als een uitwendig blanketzel, waar toe het tot hier toe voornaamlyk gebezigd wordt. Te Geneve, waar de Maagkrampen zeer veelvuldig zyn, gebruiken de Artzen, vooral de Heer ODIER, dit middel thans reeds zeer dikwyls; en in de Apotheek van den Heer COLLADON, daar ter plaatze, wordt jaarlyks ten minsten een pond van dit middel verbruikt. Zelve heb ik eerst voor korten tyd eenige Proeven met dit middel in het werk gefteld, waar van ik de volgende alhier zal mededeelen."

Eerfte Geval.

eene

Een Man, oud 45 jaaren, van een fchraal geftel, die, onder eene maatige levenswyze, en zonder veel beroepsbezigheden, voorheen een goede gezondheid genoot, befpeurde, ongeveer een jaar geleden, een vingerbreed beneden den navel, naar den kant der valfche ribben der rechter zyde, in de diepte des onderbuiks, vaste, by tusfchenpoozen wederkeerende, pynlykheid die nu eens van een knypenden en dan eens van een fteekenden aart was. Gewoonlyk verfcheen dit toeval twee of drie uuren na den eeten, nu eens fpoediger, dan eens traager, en duurde doorgaans drie uuren lang, of daaromtrent. De Lyder voer voort met zyne beroepsbezigheden waar te neemen; doch volbragt dit steeds gebrekkig. Door uitwendige drukking wierd de pyn noch vermeerderd noch verminderd, en op het gevoel kon men volstrekt niets tegennatuurlyks, op de aangedaane plaats, ontdekken. Door het drinken van melk en water bekwam de Lyder doorgaans eenige verligting; doch daar hy een liefhebber was van bier, kon hy zich daar kwalyk naar fchikken. Waarfchynlyk was de grond zyner kwaale te zoeken in een plaatzelyk gebrek van, eenig ingewand, mogelyk in eene beginnende verharding van den twaalfvingerigen darm. Door Podagra of Ambeijen was de Lyder nooit aangetast geweest. Ook kon men niets in zyne voorige omftandigheden ontdekken, 't welk eenig licht ten opzichte van het ontstaan deezes ongemaks kon geeven. Zyn voorige Arts, een Man van wiens gegronde kennis men alles goeds verwagten kon, had met alle de aangewende middelen niets kunnen uit

[ocr errors]

voeren; het geen den ongeduldigen Lyder bewoog tot my zyne toevlucht te neemen. Daar ik met zekerheid niets over den eigenlyken aart der kwaale kon bepaalen, befloot ik my vooreerst by Palliative middelen te houden; ten welken einde ik de voorkeuze gaf aan het Magifterium Bismuthi. In den beginne gaf ik dagelyks drie maalen twee greinen, gemengd met zuiker; eerlang wierden de giften tot drie greinen vermeerderd, en zo allengskens tot zes greinen. Reeds in den beginne gevoelde de Lyder eene aanmerklyke verligting; en toen de giften, na verloop van twaalf dagen, tot zes greinen waren vermeerderd, verdween de pyn geheel en al. Thans hield de Lyder op met het gebruik van het middel, en bleef vier weeken lang zonder pyn; doch wierd na dien tyd daar wederom door aangevallen. Door het herhaald gebruik van het middel verdween de pyn wederom; doch zo ras men met het middel ophield, keerde de kwaal, na verloop van eenige dagen, weder terug. Daar nu de Lyder eene grondige geneezing vorderde, en vreesde dezelve niet door dit middel te zullen verkrygen, verliet hy my, en nam zyn toevlucht tot een anderen Geneesheer; doch hoe het verder met hem is afgeloopen, zulks is my onbekend."

Schoon nu in dit geval geene volkomene geneezing heeft plaats gehad, mogelyk doordien men niet lang genoeg met het middel heeft aangehouden, heeft het toch, zo lang het wierd aangewend, de ziekte in toom ge. houden, en was dus ten minsten van veel meerder uitwerking, dan alles wat voorheen gebruikt was. Edoch, de beide volgende Gevallen zyn meer beflisfend.

Tweede Geval.

,, Een jong Vrouwsperfoon, twintig jaaren oud, die, geduurende een langen tyd, aan kramptrekkingen en ze. nuwtoevallen van allerhande foort gezükkeld had, en, na een geweldigen fchrik, dagelyks, na zonnenondergang, wierd aangetast door een aanval van bewusteloosheid, vergezeld met algemeene ftuiptrekkingen, maakte " op myn raad, gebruik van Zinkbloemen en Valeriaan. Na zulks drie dagen lang gedaan te hebben, verdween dit toeval; doch nu bekwam zy, ftraks na het nuttigen van eenige fpyzen, een geweldige Maagkramp. Dagelyks liet ik haar, vóór den eeten, twee greinen Bismuthkalk ge

brui

[ocr errors]

bruiken; en reeds met de eerfte gifte hielden de pynen op. Zy gebruikte het middel nog twee keeren, en haare pynen kwamen niet weder. Doch haar eerste ongemak op de zenuwen keerde naderhand meermaalen terug, na geweldige gemoedsbeweegingen."

Derde Geval.

,, Eene gezonde fterke Meid, drieëntwintig jaaren oud, wierd aangevallen door een geweldige Maagpyn, die dagelyks op onbepaalde tyden wederkeerde, en wel met zo veel geweld, dat de Lyderes haare fmert niet kon verbergen, maar daar door als ineen kromp. Verdere omftandigheden kan ik aangaande de oorzaak der kwaale niet vermelden, naardien deeze Lyderesfe op het land woonde, en ik alleen by monde over haaren toeftand wierd geraadpleegd. Bezwaarlyk viel het dus, eene beredeneerde Aanwyzing tot geneezing te maaken; waarom ik het best dagt, maar aanftonds eene proef te neemen met de Bismuthkalk. Gelyk boven vermeld is, begon ik met giften van twee greinen, met zuiker gemengd, om dezelve allengskens te vergrooten. Naauwlyks waren, op dien voet, de poeders tot vier greinen Bismuthkalk vermeerderd, of zy wierd verlost van haare verschriklyke pynen, tegen welke, door verfchillende Artzen, een groot aantal verschillende middelen te vergeefsch was voorgeschreeven, gelyk zy my met de hartlykfte uitdrukkingen van vreugde en dankbaarheid meldde. Ook bleeven die pynen, 't geen nog niet gebeurd was, een geheel vierendeels jaar weg; wanneer zy wederkeerden; doch ook ras, door Bismuthkalk, in poeders van twee greinen zwaarte voorgefchreeven, weder weggenomen wierden."

,, Nog heb ik twee Gevallen waargenomen van Maag、 pynen, die zeer klaarblyklyk voortkwamen uit verzamelde kwaade ftoffen en winden, in welke ik, tot demping der toevallen, eer ik een begin maakte, met de grondige geneeswyze, de Bismuthkalk deed gebruiken, met zeer groote verligting, zonder dat 'er iets nadeeligs door wierd uitgewerkt.'

..

,. De Bismuthkalk, van welke in alle de vermelde gevallen gebruik gemaakt is, was bereid op de volgende manier. Een deel Bismuth wordt ontbonden in twee deelen sterkwater of Salpeterzuur, het geen niet zeer

krag.

kragtig, maar zo veel mogelyk moet gezuiverd zyn van Vitriool- en Zeezouts zuur. Den Bismuth moet men maar by kleine gedeelten in het vogt werpen, en dus zeer langzaam fmelten. Hierop verdunt men de ontbinding met een of tweemaal zo veel water, om de groffte deelen te doen nederploffen, en het bytend vermogen der ontbinding zo veel te verzwakken als noodig is om het vogt door vloeipapier te kunnen doen gaan, zonder dat hetzelve daar door worde aangevreeten. Vervolgens gaat men over tot het nederploffen der Bismuthkalk uit het fcheidvogt, 't welk nu gezuiverd is van zyn zwart poeder, dat, geduurende de oplosfing, te voorfchyn komt, en door GREN gehouden wordt voor Bismuth - zwavel. Tot de nederploffing van eene once Bismuth heeft men noodig drie gewoone emmers zuiver water; voorts gaat die nederploffing zeer langzaam in zyn werk, en, geduurende die bewerking, moeten de glazen niet geflocten zyn. Vervolgens moet het nederzinkzel, door 'er meermaalen zuiver water op te gieten, zorgvuldig verzoet, en op eene warme fchaduwagtige plaats gedroogd worden; doch niet in den zonnefchyn, dewyl het poeder daar door zyne witte kleur zou verliezen. Den Bismuth, welke nog in de aflosfing overblyft, kan men daar uit doen nederploffen door middel van een vast loogzout, en het verkreegen poeder tot blanketzel gebruiken, of weder tot Bismuth reduceeren."

A. Br.

REDENVOERING OVER DEN INVLOED VAN DEN NATUUR· LYKEN, ZEDELYKEN EN STAATKUNDIGEN TOESTAND. DER VOLKEREN, OP HUNNE BOUWKUNDE.

Uitgesproken door den Burger PONCE, in cene Vergadering van een Genootschap der Weetenschappen, enz. te Parys.

De

e Wysbegeerte is niet vreemd aan de fraaije Konften; zy is het, integendeel, welke, tevens met de Natuur, door derzelver beoeffenaars moet geraadpleegd worden, en die hunnen arbeid moet beftieren. Ongelukkig de Konftenaar, die, hardnekkig tegen haaren zachte invloed, zyne verbeeldingskragt niet ontsteeken voelt door de ftraalen van haaren fakkel,

De

[ocr errors]

De Bouwkonst is, zonder tegenfpraak, eene der nuttigfte Weetenschappen; zy draagt een grootsch kenmerk zy doet de zinnen krachtdaadig aan; zy biedt eene ruime ftoffe tot onderzoek voor de verbeeldingskragt, voor de op merkzaamheid van den Wysgeer, en voor de nieuwsgierig. heid van den Reiziger. Dikwyls ontdekt de wel onderrich te kenner der gefchiedenisfen, in het midden der Ruïnen, naauwkeurige voetfpooren der zeden, gebruiken en wetten, van weleer vermaarde Volkeren, die niet meer beftaan.

Terwyl de Schilderkunst, de Muziek en de Beeldhouw kunde, de Zeden van een Volk door hunnen invloed leiden, is de Bouwkunde aan hun ondergefchikt, dewyl zy fteeds te worstelen heeft tegen het geftrenge der zaizoenen, het ongunftige van het climaat, de woede der elementen, en de ongefchiktheid van den grond, die dikwyls, door zyne losheid, aan haare werken de noodige fteunpunten ontzegt. Deeze weetenfchap is fteeds gebonden aan de vooroordeelen der Stervelingen; zy heeft gevoel van de vernedering der Volkeren, en van het bederf der Zeden De Natuur, welke de Konftenaar nooit moet verwaarloozen, de Zedekunde en de Regeeringsform, hebben zoda, nig een invloed op de Bouwkunde, dat er geen minder onderfcheid zou moeten zyn in den finaak en de vercierzels van twee Gedenkitukken, die tot hetzelfde oogmerk opgericht zouden moeten worden te Parys en te Pe king; dan 'er plaats heeft, tusfchen de platte daken van Italie, en de in eene fpits toeloopende hutten der Siberiërs.

In Egypte, waar het byna nooit regent, hebben de meeste openbaare gebouwen geen daken; doch hoe meer men de Noord Pool nadert, zo veel zwaarder en hooger wordt het dakwerk gemaakt, om te beter tegenstand te bieden aan de ftortregens en fneeuwvlaagen, waar mede zy overlaaden worden. In dezelfde Gewesten voorziet men de huizen met weinig venfters, en plaatst dezelve, zo veel mogelyk, naar het Zuiden. In de Zuidelyke Gewesten zien de venfters daarentegen steeds naar het Noorden. In de heete Landftreeken zyn de straaten over het algemeen zeer naauw, en loopen zo veel moge lyk evenwydig aan de Evennachtslyn. Op de Eilanden onder den Wind, die op gezette tyden door Orcaanen onderst boven worden gekeerd; te St. Domingo, alwaar het aardryk dikwyls onder de voeten der inwooners weg zinkt, durft men om die redenen geenerley trotsch gebouw oprichten. Wendt men het oog naar Groot-Brit

tan

« EelmineJätka »