Page images
PDF
EPUB

fcheidingshalven, die der Ouderen gevoegd. Deeze ge woonte hadt ook zeer veel onder de oude Ieren plaats, en is heden ten dage nog in gebruik in de Zuidelykste gedeelten van dat Ryk.

Wat den Middelftand onder de Portugeefen te Lissabon betreft, zy verschillen in hunne denkbeelden en zeden zeer veel van de overige Europeers. De ongewoonte om te reizen, behalven na hunne eigene Volkplantingen, fluit hun uit van hedendaagsche denkbeelden en gebruiken; te deezer oorzaake behouden zy veel van de voorige eenvoudigheid hunner Voorouderen, en weeten meer van 't geen 'er in Afia of America voorvalt, dan van 't geen in EuTopa gebeurt. Het zy dit voortkome uit eene zugt tot gemak of mangel aan nieuwsgierigheid, zy hebben een afkeer van reizen, zelfs in hun eigen land. Een Portugees zal eer aan 't roer van een schip gaan zitten om het na Brafil te ftuuren, dan de teugel van een paard in handen neemen om te paard van Lissabon na Oporto te ryden.

Een Volk, in deezervoege verwyderd van de Na buurvolken, is uit eigen aart afkeerig van den invloed van enkel befpiegelende Leerstellingen, die eene ftrekking hebben om vastgeftelde begrippen om te keeren. Het fluit teffens buiten, de bronnen van hedendaagfche weelde, en thans heerfchende verfyningen, zo wel als verbeteringen.

Te deezer oorzaake zyn hunne behoeften, in vergely king gefprooken, weinig, en gereed te voldoen. Hun zugt tot gemak ontheft hun van veele driftvervoeringen, waaraan andere Volken onderhevig zyn. Groote en tergende beledigingen vallen zeldzaam onder hun voor; doch, ééns beledigd zynde, valt het bevredigen bezwaarlyk. Driften, die zeiden gewekt worden, werken, ééns gaande geworden, doorgaans te heftiger. Van hier heeft men onder hun fomtyds geweldige wraakneemingen gezien; doch tegenwoordig heeft de waakzaamheid der Overheden, en de aanwas van beschaafdheid, de punt van den moorddolk verftompt.

De doorgaande maatige leevenswyze des Volks, en hunne onthouding van zwaaren arbeid; de zuiverheid van de lugt; en de menigte van mineraale bronnen, - zyn omftandigheden zo gunftig voor het menschlyk gestel, dat wy natuurlyk zouden verwagten veelen onder de Portugeefen te zullen aantreffen die eenen zeer hoogen ouderdom bereikten; deezen zyn egter zeldzaam; maar minder worden 'er door natuurlyke oorzaaken afgefneeden vóór een

tach.

3

tachtigjaarigen ouderdom, dan onder een gelyk_aantal Perfoonen, misfchien in eenig ander gedeelte van Europa. Zeldzaam ontmoet men een Portugees, hoe hoogbejaard, ook, kreupel door de jicht, of gekromd door zwakheid.

De fchoonfte en welgemaaktfte Perfoonen van beiderlei Sexe treft men aan in het Landfchap Extremadura. Die bedervende gees fel der fchoonheid, de Kinderziekte, heerscht hier niet met hetzelfde vernielende geweld als in koudere gewesten. De Inwoonders verzuimen eene zaak, welke, in een Land als Portugal, aan het menschlyk geftel alle volkomenheid zou byzetten; ik meen het Baaden: ook maaken zy geen Lichaamsbeweeging genoeg ter bewaaringe van de gezondheid.

De laagere rangen van lieden bezitten veele uitsteekende hoedanigheden; zy zyn Godsdienstig, eerlyk, maatig, ouderlievend, en onderdaanig aan hunne Overheden. Wy moeten, nogthans, niet verwagten deeze hoedanigheden by de Portugeefen te zullen aantreffen die ftreeks de Zee- havensteden woonen; de zeden zyn daar verbasterd en bedorven, door de verkeering met het uitfchot van verschillende Volken. Vreemdelingen worden niet zelden misleid, als zy het Character eens Volks opmaaken; 't zelve door eene zo verkeerde middenftoffe befchouwende. Het is op het Land alleen, waar men de Portugeefen kan aantreffen in hunnen natuurlyken ftaat, niet bedorven door eenen vreemden invloed; en dan vindt men hun eerlyk, verpligtend, gefpraakzaam en beleefd.

Een Portugeefche Boer zal met zynen meerderen, of hooger bejaarden, niet wandelen, zonder hem, uit eerbied, de hooger of rechte hand te geeven. Hy gaat geen mensch voorby, of hy neemt den hoed af, en wenscht hem een lang leeven groetende toe. Van een afweezig Vriend fpreekende, is hunne gewoone uitdrukking:,, Ik sterf van ongeduld om hem te zien!" Wanneer hy 's morgens zyne medearbeiders in het veld ontmoet, groet hy hun beleefd, en vraagt na den welstand van hun en van het huisgezin.

Zyn dagelykfche arbeid vangt met het opgaan der Zonne aan, en eindigt met den ondergang; hy heeft een half uur om te ontbyten, en twee uuren tot het middagmaal, ten einde hy zich op het heetst van den dag, door een middagflaapje, verkwikke. Werkt hy in den Wyngaard, dan geniet hy een voeglyk aandeel wyns.

Den

Den dag volarbeid hebbende, zingt hy den Vesper. Op Zondag fnaart hy zyn Luit, of fpringt mede in den Fan dango-dans. Zyne Jongens worden in de fchool van een nabuurig Klooster onderweezen; in dit gefticht vindt hy ook onderhoud voor zich zelven en zyn Gezin, als hy zich verlegen of tot werken buiten ftaat bevindt.

De Portugeefche Landlieden zien hun Land voor het gezegendst Paradys aan, en houden Lissabon voor de grootte Stad in de geheele Wereld. Zy hebben voor een fpreekwoord: Wie Lisfabon niet gezien heeft, heeft niets gezien! In de daad, zy hebben voor alles fchier fpreek. woorden, die, gegrond op eene veeljaarige ondervinding, over 't algemeen waarheid behelzen, fchoon het even aangehaalde een doorflaand bewys van het tegendeel op

levert.

Van de Landen, die, gelyk het hunne, geen Koorn, Wyn en Olie voortbrengen, vormen zy een zeer laag denkbeeld. Zy fchilderen by zichzelven af de elenden der Inwoonderen van Landen onder de Noordlyke Lugtftreeken, die te midden van ys en fneeuw fteeds huive rend wegkrimpen; terwyl zy zich bakeren in hunne groene velden by het fchynzel der alles verleevendigen de Zonne.

Deeze omstandigheden, en de sterke geneigdheid welke zy hunnen Koning toedraagen, maaken hun Geboorteland hun dierbaar. Zy doen een groot gedeelte huns geluks beftaan in de milde Lugtsgefteltenisfe, waar mede de natuur hun begunstigd heeft, en den overvloed van fmaaklyke vrugten, welke de grond voor weinig arbeids oplevert.

Te midden van allen onheil, houden zy zich verze. kerd troost in den Godsdienst te zullen vinden; het troost. middel, 't welk zy daar benevens meest bezigen, is de Muzyk; deeze verdryft de kommer der armen, en verheft de genietingen der vermogenden; en het leeven glydt_gemaklyk heen over zo aangenaame tooneelen. Het zou vergeeffche arbeid weezen, een Portugees te willen overtuigen, dat hy een geluk, het zyne evenaarende, in een ander gedeelte der wereld zou kunnen genieten; hy is opgevoed in dit denkbeeld. En indien toeval of ongeluk hem dwingt zich in een ander Land te onthouden, kwynt hy als iemand die gevangen opgeflooten zit.

(Het Vervolg en Slot hier naa.).

DE

DE ZEE.

Beladen Zeeën, door den Mensch uit zugt tot vermaak, rykdom, of Oorlog, beladen Zeeën en Winden, hem dienstbaar gemaakt, getuigen van zyn kunst, en bevorderen zyne oogmerken.

YOUNG.

Welk eene groote onoverzienbaare, ruimte vertoont zich

aan myn bespiegelend oog!

[ocr errors]

en

eene vlakte, welker aandagtige befchouwing my van verwondering als doet wegzinken wanneer ik alle derzelver byzonderheden gadesla, te gelyk de magtige hand van Hem, die dezelve voortbragt en in ftand houdt. Laat ons hier eenige oogenblikken vertoeven hier, waar onderfcheidene Tooneelen in en op zyn waar men den donder der magtige Oorlogsvlooten hoort; woedende en bruifchende golven ziet, en de Majefteit

van den grooten Schepper zich op het luisterrykst vertoont. Ja, oneindige beweegredenen zyn hier, om hun, die de laagheid bezitten om den Maaker van dit alles te ontkennen, te gelyk van fchaamte te doen bloozen!

o Wyde waterplas! welk een aantal nuttigheden brengt gy het Menschdom aan! Gy draagt duizenden van Waterkasteelen, die ons alles, wat tot cieraad, vermaak en benoodigdhe den, ftrekt, aanbrengen. Gy bergt in uwen ruimen schoot éene tallooze menigte van fchepzelen, elk in zynen aart en kring geschikt tot onderfcheidene einden, wyl niets te ver. geefs gefchapen is. Neen: onderfcheidene fchepzelen verfchaffen ons ook onderfcheidene voedzels op onze weltoege. regte tafels; en deeze alle komen ook op onderfcheidene ty. den te voorfchyn, ten nutte en genoegen van het Menschdom, om ons te voeden en te verkwikken.

Hoe ftrekken duizenden van Coraalen en Schelpen, die heerlyke voortbrengzelen der Natuur, tot cieraad der kostbaare Kabinetten van die Verzamelaars die zich over derzelver luisterryke verscheidenheid moeten verbaazen, en te gelyk den Formeerder derzelven roemen!

Dan! befchouwen wy dit grootfche Element in alle zyne woede en vreeslyke kragt, wanneer de God der Eere dondert, en de golven zich als bergen verheffen; hoe zorglyk, hoe rampvol, is dan de ftaat van hun, die zich met hunne vlottende Kielen op hetzelve bevinden! Aanfchouw dan den anderzins zoo kundigen Stuurman, den vluggen Matroos, aan de ftormen blootgefteld; alles wordt in 't werk gefteld wat kunst en vlyt ooit uitdagten, om Schip en Volk te be.

hou

houden dan niets kan hier baaten; de kunst ftaat ftil
het golvend ruim der rustelooze baaren woedt
den verheffen zich als om stryd

de win.

alles kraakt en breekt Nu eens met de golven

het water overstelpt hun ! ten hemel ryzende, - dan weder tot in den afgrond ne. derdaalende, verfchynt het laatfte, het gedugte oogenblik, en alles wordt een prooi der woedende golven; Schip, fchat en fchepzelen worden in de diepte der Zee bedolven; de baa. ren fluiten zich over hun, en de dag van morgen weet niet meer dat zy ooit gebooren wierden! - Woedende baaren, wie kent uwe kragt? Door uwe magt worden veelen, zeer veelen, weggevaagd, en vlakten in Zeeën veranderd! Doch het was ook deeze groote waterplas, die ons, meer dan eens, andre Tooneelen vertoonde Tooneelen, oneindig onderfcheiden van de zo even geschette. Hier was het dat men alles opofferde ten nutte van zichzelven en ter eere van zyn Vaderland! Hier zag men weleer Oorlogsvlooten in bloedigen ftryd tegen elkanderen; donderende Waterkasteelen de eer hun. ner Vlag beftryden, de roem hunner Natie handhaaven! Hier zag men een' TROMP en DE RUITER met leeuwenmoed stry. den, ter handhaaving van Vryheid en Regten! Hier hoorde men de donderklooten, met vreeslyke kragt, uit hunne trompen vliegen; terwyl de alvernielende Oorlog duizenden hier hun graf deed vinden!

Zoo levert de vademlooze Zeé een aantal ontzagwekkende Tooneelen op.

Aanfchouw dan dit Zeetooneel. 6 Mensch en bewonder uwen grooten Schepper! Dat ieders oog hier met ontzag en bewondering rondga: want wie is in staat zyn gezigt aan zulk een Tooneel te verzadigen?

Brielle, 1798.

J. D. V.

« EelmineJätka »