Page images
PDF
EPUB

dikke lugt van de laagere Gewesten heen gaan. Indien de Lugt haare Hette ontving van 's Aardryks oppervlakte, dan moesten die Landen, welke de grootste hoeveelheid van Zonnefchyn hebben, de warmfte weezen. De GrootBrittannifche Eilanden zyn negen maanden van 't jaar als met wolken omgeeven; en nogthans is onze Lugtsgefteltenisfe zagter dan die der Gewesten, op gelyke breedte aan het Vasteland, waar de Hemel doorgaans helder is. De hoogliggende Stad Quito, aan een helfchynende Zon blootgefteld, geniet eene gemaatigde Lugtsgefteltenisfe; terwyl de Peruviaanfche Vlakten, bedekt met dikke wolken, door Hette verfchroeijen.

Moest men de redekaveling van EULER toeftemmen, wy zouden befluiten, dat de toppen der Bergen warmer waren dan derzelver voetftukken. Te zeggen, dat de Lugt, zeer veel verdund, niet vatbaar is voor Hette, is eene zeer vreemde ftelling; dewyl wy geene zelfstandigheid kennen, of dezelve is voor verhitting vatbaar. Daarenboven kan men eene kunstkoude verwekken, die zwaarder is dan die heerscht in de hoogere Gewesten des Dampkrings.

Wy moeten, ter opheldering van dit Verfchynzel, tot andere beginzels onze toevlugt neemen. Het is onverfchillig, welk gedeelte van de Lugt het eerst de Hette ontvangt; het uitwerkzel hangt geheel en al af van den aart der verdeeling van dezelve. Indien de Dampkring overal van eene gelyke digtheid ware, de Hette zou dan op alle Hoogten desgelyks dezelfde zyn. Maar, dewyl de digtheid verandert naar de hoogte, wordt de verdeeling der Hette aangedaan door die omstandigheid, en volgt zekere daaraan beantwoordende Wet. — 't Is hier de plaats niet om de beginzels te ontvouwen, op welke deeze Theorie gegrond is. Ik vergenoeg my met de opgave van de volgende Tafel der vermindering van Hette op ver fchillende hoogten.

Hoogte in Voeten. Vermindering van Hette, in Graaden van FAHRENHEIT,

3,000

6,000

9,000

12,000

15,000

18,000

21,000

12°

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small]

De vermindering der Hette, in de opklimming, is niet volilagen zo groot in uitgebreide Landfchappen; want de gemeenfchap tusfchen de yldere en digtere deelen des Dampkrings is, in dit geval, noodwendig langzaam; en de Hette, welke voornaamlyk op de oppervlakte gevormd wordt, wordt alleen gedeeltlyk verstrooid.

Het is een algemeen misbegrip, te veronderstellen, dat dezelfde Hette , op eene zekere diepte, in elk gedeelte van den Aardbol plaats heeft. De waarheid der zaake is, dat de Hette, oorfpronglyk van de Zon ontleend, zeer traaglyk medegedeeld wordt aan de ftoffe beneden de oppervlakte, die derhalven de veranderingen der Jaarfaifoenen niet gevoelt, maar de gemiddelde gefteldheid van lugtftreeke veele eeuwen behoudt. Van hier de nutheid om de Hette der Bronnen te onderzoeken, welke dezelfde is met de zelfstandigheden, door welke zy heen vloeijen. De volgende Tafel ftelt voor oogen de gemiddelde Hette van Plaatzen, waterpas met de Zee, berekend door den beroemden Sterrekundige, den Hoogleeraar MEYER, voor elke vyf Graaden Breedte.

[merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][ocr errors][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small][merged small]

Door deeze Tafel met de voorgaande te vergelyken, valt het gemaklyk, voor eenige Breedte te ontdekken de hoogte der Lyn van Bevriezing; of waar de gemiddelde Gefteldheid der Lugt 32° is.

E 3

VER

B

VERSCHEIDE WEETENSWAARDIGE BYZONDERHEDEN,
BETREFFende de GEWOONTEN EN ZEDEN DER
NOORDER INDIAANEN, AAN DE OEVERS VAN
HUDSON'S BAAY. Getrokken uit Mr. HEAR-
NE's Journey from Prince of Wales' Fort,
on Hudson's Bay, to the Northern
Ocean.

de Noorder Indiaanen is het de gewoonte, onder de Mannen, van te worstelen, om eene Vrouwe, op welke zy den zin gezet hebben; en, in gevolge hier van, gaat de fterkste Party altoos met den prys ftryken. Een zwak Man, of hy moet een by uitstek goed Jaager, en wel bemind zyn, wordt het zelden veroorlofd eene Vrouw te houden die een fterker Man zyner opmerkinge waardig keurt; want, op een tyd wanneer de Vrouwen van deeze fterke Wortelaars zwaar belaaden zyn, met Pelteryen of Leevensmiddelen, maaken zy geenė zwaarigheid om eens anderen Mans Vrouwe van diens zyde af te rukken, en haar een gedeelte van zyn last te doen draagen.

Deeze gewoonte grypt ftand by alle hunne Stammen, en brengt een fterken geest van nayver onder de Jongelingen te wege, die, van hunne kindschheid af, alle gelegenheden waarneemen, om hunne kragten te beproeven, en hunne bedreevenheid in 't worstelen te betoonen. Deeze kunst ftelt hun ftaat om hun Eigendom te beschermen, en wel byzonder hunne Wyvën te vryen van de hand deezer geweldige Rooveren; eenigen van welken bykans geheel beftaan door het geen hun aanftaat van de zwakkere partyen te ontweldigen, zonder immer eenige wedergave te doen. In de daad, het wordt voor een betoon van groote edelmoedigheid gehouden, indien zy zich vernederen, eenige, hoe ongelyke vergoeding ook, te fchenken; terwyl, over 't algemeen, mishandeling en befpotting de eenige vergelding is voor het geledene verlies.

De wyze, op welke zy de Vrouwen en andere Bezittingen anderen ontweldigen, mag naauwlyks den naam van vegten draagen, fchoon zulks het voorkomen hebbe van de grootste beestagtigheid. Ik weet niet dat iemand ooit verminkt werd in deeze ontmoetingen. Het geheel

be

[ocr errors]
[ocr errors]

bedryf beftaat in elkander by het hoofdhair te vatten; zelden komt het tot flaan. Het is niet vreemd, dat iemand hunner, vóór het gevegt begint, zyn hair affnydt en zyne ooren vetfmeert. Dit gefchiedt egter in 't geheim, en het levert zomtyds een belachlyk vertoon op, als men ziet, dat een deezer Partyen met een verwaaten houding te voorfchyn treedt, en roept: ", Waar is hy? Waarom komt hy niet buiten ?" terwyl de ander te voorfchyn komt met een kaal gefchooren kruin en vetbefmeerde ooren, op zyn party aanvalt, hem by de hairen grypt, en, fchoon misfchien een veel fterker Man, welhaast op den grond fmyt, dewyl de ander geen vat aan hem vindt. Het gebeurt egter, by die gelegenheden, niet zelden, dat elk der Partyen Spions hebbe, die op de beweegingen agt geeven, 't geen hun op een gelyker voet in 't ftrydperk doet treeden. By gebrek van hair, om daar in party te vatten, grypen zy elkander om den middel, met wyduitgestrekte beenen, en beproeven hunne fterkte, door te zien, wie eerst den anderen onder den voet kan helpen.

Ter gelegenheid dier Worstelpartyen tragten de Omftanders nooit zich in het vegten te mengen. Zelfs de eene Broeder biedt den anderen geenen byftand; of het moet zyn met raadgeeving, welke, daar dit altoos openlyk in 't veld, geduurende het vegten, gefchiedt, gezegd mag worden voor beide de Partyen even goed te zyn. Het gebeurt zomtyds, dat een deezer Worftelaaren den ander in fterkte overtreft; en, indien eene Vrouw aanleiding tot dit worstelen gegeeven hebbe, is de zwakfte veelal onwillig om haar over te geeven, niettegenftaande hy geheel overmand zy. In dit geval zyn de bloedverwanten, vrienden en andere omftanders, zomtyds gereed om den zwaksten, in het ftryden, te raaden en te beweegen om de zaak op te geeven; ten einde hy, door het voortzetten des ftryds, niet befchadigd of verminkt worde, zonder eenige de minfte waarfchynlykheid van in ftaat te zullen weezen tot bescherming van het voorwerp, ten welks dienste hy zich afflooft.

Ik merkte op, dat zeer weinigen van dit Volk te on. vrede waren met de Vrouwen hun ten deele gevallen; want, wanneer een vry groot getal hunner byeen was liep 'er zelden een dag voorby, of men zag eenige aanstal te tot gefchillen van deezen aart. Dikwyls was het voor my zeer onaangenaam te zien, dat het voorwerp des ge

[ocr errors]

É 4

fchils

fchils in een lydlyk ftilzwygen nederzat, haar lot af wagtende, terwyl haar Egtgenoot en diens Mededinger met elkander om den prys der overwinning ftreeden. Ik werd, in de daad, te meermaalen niet alleen met medelyden aangedaan over deeze arme flachtoffers, maar met de grootste verontwaardiging, wanneer ik zag dat zy gewonnen wierden door een Man, by haar doodlyk gehaat. By deeze gelegenheden was haar fmerte, en wederzin om den nieuwen Heer en Meester te volgen, zo groot, dat de zaak in de beestagtigste onbeschoftheid eindigde; want in het worstelen zag ik te meermaalen de arme Dogters geheel naakt geplukt, en met geweld na haare nieuwe wooningen gefleept. Op andere tyden was het aartig genoeg om te zien dat eene ten deezen lande bevallige jonge Dogter weggevoerd werd van een Man die haar niet aanstondt; met een traan in 't eene en een vinger op het andere oog: want gewoonte, of kiesheid, indien gy zo wilt, hadt haar geleerd een weinig te veinzen, hoe zeer de ftaatsverwisseling haar ook mogt behaagen. In dit berigt heb ik den naam van jonge Dogters aan de Vrouwen gegeeven, als daar aan meest voegende: dewyl de voorwerpen van dusdanige twisten, doorgaans, jonge Vrouwen zyn, en zonder eenige Familie: weinige lieden bekreunden zich om voor anderer lieden kinderen zich in de bres te ftellen; dit valt flegts in zeer weinige gevallen

voor.

Eenige hunner oude lieden, die een naam bekomen hebben van wegen hunne veronderftelde bekwaamheid om bezweeringen te doen, hebben grooten invloed om het gemeen te wederhouden van het pleegen dier ongeregeldheden; maar de menschliefde deezer Wyzen strekt zich zelden wyder uit dan tot hunne eigene Familien. Tot derzelver verdediginge zullen zy al hun invloed te werk stellen; doch, wanneer hunne eigene Bloedverwanten zich aan het zelfde misdryf fchuldig maaken, ftellen zy zich zelden tusfchenbeiden. Dat partydig gedrag verwekt eenige heimlyke en ook openbaare vyandfchappen; doch de meesten hunner nabuuren worden afgefchrikt door vreeze of bygeloof, om hunne wraak uit te oefenen, en zelfs oneerbiedig van hun te fpreeken, of het moet agter hun rug zyn; een misdryf, waar aan elk Indiaan in dit Land, zonder uitzondering, zich fchuldig maakt.

Niettegenstaande de Noorder Indiaanen zo hebziek zyn, en zo weinig ontzags betoonen voor byzonderen Eigen

dom,

« EelmineJätka »