Page images
PDF
EPUB

te verflauwen, en eindelyk geheel ophoudt,

onderzoekt u zelven, en zugt dan, omdat gy beiden niet volftandig hebt beantwoord aan uwe zoo duure verpligtingen.

[ocr errors]

Dan, wilde ik alle de zugtenden schetzen, waar zoude ik beginnen waar eindigen ? daar ik zelve gevaar zou loopen van in verzugtingen te geraaken over het groot getal van hun die zugten.

Doch, laat ik egter hun niet vergeeten, die van liefde zugten; die fentimenteele bonzende hartjes, die geheel aandoening zyn; die gevoelige Gelieven, die, al zugtende, zilte en heete traanen om en by elkanderen ftorten; hoe zugten zy om de wreede onaandoenlyke waereld, waar van zy zig zoo veel moogs lyk verwyderen. Ja in ftilte kaatzen zy hunne verzug• tingen elkanderen toe, by het bleeke licht der kuifche Maan, daar zy, vol verlangen, zugten naar eene genieting van zaligė heden, onophoudelyke genoegens en vermaaken, hier

Dan, waar dwaale ik?

[ocr errors]

Neen aan de andere zyde van het graf wagten zy elkander. Hier is alles aardsch, onge voelig. ich! wat is de waereld ledig voor hunne diepge. wonde zielen! Zoo zugten zy, van gevoel, van liefde.

o Alle gy zugtende ftervelingen, welk eene byzondere rol fpeelt ieder van u op dit Tooneel! Weenende komt gy in eene onbekende waereld; en, keeren wy in den schoot onzer aller Moeder, de aarde, weder, men zugt om, ons.

Dat wy dan dien korten tyd, dien wy hier zyn, ons ten nutte maaken ten einde ons zelven geene redenen te verfchaffen tot verzugtingen; want kort, zeer kort, zyn onzę dagen. Als Kind verfluimeren wy een geruimen tyd van ons aanweezen; als Jongeling verdartelen wy een gedeelte onzer jaaren; als Man en Vader drukken ons zorgen en moeiten, en, met den Ouderdom, vergaan onze kragten; wy houden op te leeven, en zyn niet meer!

Brielle, 1797,

[ocr errors]

J. D. V.

E

DE ZIELSVERHUIZING.

en Schoolvos vondt zich in 't gezelfchap van geleerde en geoefende Lieden, en wilde een vertoon maaken van zyne Geleerdheid, door uit te weiden over de Leer der Pythagoristen', wegens de Zielsverhuizing; en gaf, in den loop zyns gespreks, de tastbaarste blyken van zyne domheid, onkunde en mis vat→ ting. Een van 't gezelfchap wendde zich na den perfoon die naast hem zat, en zeide overluid : Ik begryp, dat PYTHAGO RAS van gevoelen was, dat de Zielen der Menschen, naa den dood, in de Lichaamen van Dieren overgaan. "" Maar teffens floeg hy het oog op den Pedant,,, ik wist niet dat de Zielen der Beesten in de Lichaamen der Menfchen overgingen!",

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

en

TOT FRAAYE LETTEREN, KONSTEN EN WEETENSCHAPPEN, BETREKKELYK.

REDE EN SCHRIFTMAATIGE BEDENKINGEN, OVER DE INSTELLING EN HET EINDE VAN HET BURGERLYK BESTUUR; OF, OVER DE PLIGTEN VAN OVERHEDEN EN ONDERZAATEN.

(Volgens het Engelsch van JAMES FOSTER, DD.)

MEDEBURGERS!

Tytel, welken ik boven dit hier nevensgaand

"De stukje geplaatst heb, wyst uit, dat het loopt

,, over een Onderwerp, 't geen, in deeze dagen, zo dikmaals behandeld is, en gedeeltlyk een Onderwerp be,, treft, nu onlangs zeer breedfpraakig onderzogt in het ,, laatst uitgekomen Deel der Verhandelingen uitgegeeven ,, door TEYLER'S Godgeleerd Genootschap, 't welk ons den arbeid van eenen VAN REES, HESSELINK " FEITH », en ROGGE, aanbiedt. Men zou des veelligt de Vertaa,,ling van deeze Rede- en Schriftmaatige Bedenkingen, ,, omtrent het midden van de tegenwoordige Eeuwe in "'t licht gegeeven, overboodig kunnen agten. Dat

[ocr errors]
[ocr errors]

ik des anders oordeele blykt uit mynen arbeid daar 2, aan besteed.

[ocr errors]

,,Ik wil, by het overzenden, Medeburgers! u een"voudig zeggen, wat 'er van de zaak is. Naa het leezen ,, dier fchoone om den Prys dingende Verhandelingen, "welke wy elk minnaar van Godsdienftige en Burgerlyke Vryheid ten fterksten aanpryzen, voelde ik my op "gewekt ter herleezing van 't geen ik my herinnerde, » Jaaren geleden, ten aanzien van dit Onderwerp, geleezen te hebben, in de Discourses on all the Princi"pal Branches of Natural Religion and Social Virtue, " by JAMES FOSTER, DD. Een Werk, waar in de ", vrye denkwyze, het gezond verftand, het volklonke " oordeel, en de verlichte Godsdienstkennis, van dien » Christen-leeraar om ftryd doorstraalen.

[ocr errors]

MENG. 1798. NO. 3.

G

By die

[ocr errors][merged small]
[ocr errors]

,, herleezing voelde ik dat genoegen, die voldoening, welke my de Schriften deezes Mans doorgaande verfchaffen; en vond ik my ter vertaalinge van dit gedeelte opgewekt, dewyl 't zelve 't gemelde Onderwerp met "eene klaarheid, kortheid, en klem van overtuiging, be handelt, zo eigen aan deezes Mans fchryfwyze.

[ocr errors]
[ocr errors]
[ocr errors]

't Zal, zo ik agte, by voeglyke Afdeelingen, geene onwaardige plaats beflaan in Ul. Mengelwerk.

Zal ,, toonen, hoe een Buitenlander, omtrent eene halve Eeuw " geleden, over dit Onderwerp dagt en fchreef, en kun,, nen dienen om uwe Leezers, ten deezen aanziene, te " verlichten; en aan te zetten om de breedípraakigere ,, en meer op deeze tyden toepasfelyk gemaakte gedagte ,, Verhandelingen in de Werken van TEYLER'S Godgeleerd "Genootschap te leezen.

[ocr errors]
[ocr errors]

Het plaatzen deezer Afdeelinge zal my ter overzending van het overige, 't welk nog twee Stukjes omtrent van gelyke grootte zal uitmaaken, aanspoo ,, ren (*). Ik blyf

Uw Begunftiger,

L.

Ik ftel my thans als myn hoofdoogmerk voor, de Tyranny in den schild te vaaren, en de gedrogtlyke ongerymdheid aan den dag te leggen van die hoogstfchadelyke Grondregelen van Willekeurig Staatsbestuur, die allen Natuurlyk Regt overhoop werpen.

's Menfchen hart klopt, uit eigen aart, voor Vryheid. Dit gevoel is zo algemeen, fterk, onuitdelgbaar, edel, en, gelyk de uitvloeizels van GODS Goedheid en Weldaadigheid, zo zeer berekend voor het algemeen welzyn, dat die zugt voor Vryheid niet ten onregte een Godlyk InStinct,

(*) Onze plaatzing ftrekt ten blyke van onze Inftemming met het Plan des Zenders: alleen hebben wy hem te verzoeken, ons het overige onverwyld te laaten toekomen, op dat wy agtereenvolgend dit Onderwerp onzen Leezeren kunnen aanbieden. Meermaalen hebben wy hooren klaagen over de moeilykheid om den volzinnigen FOSTER wel te vertaalen; en her dunkt ons, dat onze Begunftiger die moeilykheid gelukkig is te boven gekomen.

find, en Aandrift der menfchelyke ziele, geagt wordt. Dit gevoel is het byzonder voorregt van 's Menfchen Rede, en de eenige grond waar in 't zelve kan opgroeijen en rypen. Eene Deugd uit dwang en een Godsdienst uit overheerfching zyn in 't oog loopende tegenzeggelykheden.

Slaaverny wischt het Beeld van GOD, oorfpronglyk der Menschlyke Natuure zo fterk en diep ingedrukt, uit; en maakt den ftaat des Menschdoms oneindig fchandlyker en veel bejammerenswaardiger dan die der Dieren des Velds, wier rang op de fchaal der weezens over 't algemeen vordert, dat zy onderworpen zyn aan het volftrekt bedwang van een hooger verftand; en die, door den GOD der Natuur verordend zynde tot lydelyke dienstbaarheid, gelukkig geen trek na Vryheid en Onafhanglykheid ontwaaren. Zo dat, volgens dit plan, de eigen dunklyke Monarch in de redelyke, en die Beesten, welke al te wild en woest zyn, in de dierlyke, wereld de eenige voorwerpen van GODS algemeen Bestuur zouden weezen, welke hy immer ten oogmerke hadt de aangenaamheden der Vryheid te doen fmaaken. Of, met andere woorden, dat de zwakte, de nutste en onschuldigte, geheel de Natuur door, te eenemaal verlaaten zouden weezen door de Voorzienigheid, en ten prooije gegeeven aan verdrukkende en vernielende overmagt - Tyrannen, in zich zelven de voorwerpen van affchrik en vervloeking, boven het bereik van pyn, armoede, of dood; de vyanden van GOD, die het plan van zyn Opperbeftuur hoonen en tarten; de geesfels der Volken; de pesten der menschlyke. Maatschappye, die medelyden en menschlievenheid in 't algemeen ons verpligten om tegen te ftaan, en, indien het mogelyk is, te vervolgen, zo verre 'er zich eenige waarfchynlykheid van wel te zullen flaagen opdoet, tot derzelver volstrekte verdelging deeze vervreemden van menschlykheid, zeg ik, zouden voor wraake befchut weezen; hun geweld voor onwederftandelyk verklaard, en hun hooge gezalfde wreedheid gezalfd geagt worden.

Maar wie kon hun een zo onderdrukkend en beledigend Gezag geeven? Dit kon de Opper - Oorsprong van alle Magt niet doen, zonder zichzelven te verlochenen, en zyne zedelyke volmaaktheden te ontluisteren dit niet voortkomen uit_Toestemming der Menschen, als die nimmer vrywillig konden overeenkomen tot het beftemmen van hunne eigene fchande en elende. De magt, der

G 2

hala

halven, welke zy zich toeëigenen, moet geheel en al overweldiging weezen. En te zeggen dat zy niet wederstaan en bedwongen moeten worden, fchoon 'er eene meerdere Magt zy, in ftaat om hun binnen de paalen van eer en regt te brengen, is, in de daad, het zelfde, als te beweeren, dat de Natuur bestemd en gevormd was tot onheil, tot onnoodig, en boosaartig bedoeld, onheil; en dit alles met geen ander oogmerk, dan om den trots en weelde van Magt op te hullen, en eenigen boven huns gelyken van natuure te verheffen, ten einde zy den voet op den nek zouden zetten van hunne Natuurgenooten. Zulk eene gefteldheid der dingen zou men eigenaartig verwagten van een grillig of kwaadaartig Weezen; maar die toe te fchryven aan een GOD, die hoogst regtvaardig en oneindig goedertieren is, loopt uit op Godslastering. Indien de Openbaaring ftrekte om zulke buitenfpoorige eifchen te onderfchraagen, eifchen die het gezond verftand als in 't aangezigt vliegen, geen vertoon van Wonderwerken zou het gezag van zulk eene Openbaaring kunnen onderfchraagen, of dezelve dekken tegen de verfmaading van den wyzen, den braaven en den goeden.

Dit egter is verre van het geval te weezen; want de beginzels des Christendoms ftryden even zeer tegen de Tyranny in de Bestuurders, als tegen Oproerigheid by de Önderzaaten. Dit is het wenfchenswaardige middel, om volkomene Vryheid, zonder ongebondenheid, en volflagene Orde, zonder inbreuk op onze natuurlyke Regten, daar te itellen en te bewaaren. Doch 'er deeden zich byzondere redenen op, om, op de fterkite wyze, Onderwerping en Gehoorzaamheid aan de Overheden aan te beveelen, ten tyde dat de Euangelieleere eerst verkondigd wierd.

Tyrannen, in de daad, (van welken GOD een gruuwen heeft) waren toen in het bezit van Regeering en Gezag; maar de tegenverklaaringen en poogingen van eenen kleinen en veragten Aanhang, toen ten tyde in de eerste opkomst, konden geen flag toebrengen aan derzelver trots of wreedheid, noch in 't allerminst hunne Throonen doen waggelen. Die Aanhang mogt, door een voorbaarigen en overhaasten yver, zich zelven geheel en al verpletterd hebben; maar was buiten ftaat, met eenig vooruitzigt op eenen gewenschten uitslag, de Vryheden des Meuschdoms weder te eifchen of te verdeedigen. Te deezer oorzaake was het voor de Christenen de wysfte en beste party

ge.

« EelmineJätka »