zy in het voeren hunner ges merkingen over den deels ge- Housfa, (Aanduiding wegens een Jaargetallen (Over de) der Aards Italie, verre in de Schilderkunst. 147 148 vaders vóór den Zondvloed, Jupiter, hoe deeze Planeet zich 53. In hoe groot eene on. door de Telescoop van HER zekerheid men deswegen ver- SCHEL vertoont. keert. 54 K. 265 JACOBUS I: 27, uitgebreid, 545. Kaartspel, als een Eerdienst be Aanmerkingen tot ftaaving van Ichouwd, en geestig gegispt. deeze uitbreiding. 546 Kruidtuin te) 185. 320 121 Hoe men de Stookkasfen daar inrigt, 186. Beschryving van eenige zeer merkwaardige Planten, ald. Hoe men 'er de Moschplanten en de Cryptogamia doet groeijen. 188 . Ildephenfe, berigt wegens deeze Kanaryvogel. (Verslag van een kunVorstlyke verblyfplaats. 565 ftige) Indiaanen, (Noorder-) aan Hudsons Kew, (Berigt van den beroemden Baay, hunne Gewoonten en Zeden, 66. De Vrouwen draa. gen groote lasten, en de Mannen zyn groote Worstelaars, ald. Zyn zeer hebziek; maar niet moorddaadig, 69. Verflag van de Vrouwen daar te lande, 71.. Wat men er voor fchoonheid houdt, ald. Wat men in dezelve voornaamlyk verlangt, 72. Veelwyvery aldaar, 73. Zyn veel kuifcher dan de Zuid-Ame· ricaanfche, 74. Aanmerking over het aanbieden der Vrouwen, en de Huwelyken met eigen Zusters, 74. Vroege uithuwely king, ro. Onbetaamlyke gesprekken daar by de Meisjes gevoerd, 111. Echtfcheidingen daar zeer algemeen, ald. Niet zeer vrugtbaar; de Vrouwen fcheiden zich op zommige tyden van de Mannen geheel af, ald. Bygeloovigheid ten opzig te van de Vrouwen in die omftandigheid, 112. Eeten meest alles raauw, ald. Gefteldheid van het Land hunner inwoo ninge. Kinderziekte, (Bedenkingen over de mogelykheid eener geheele uitrooijing der) 419. Kwaadaartigheid, en duur der Smetftoffe, 421. Een eerfte middel daar tegen, de verhindering van allen Ommegang en Koophandel met besmette Plaatzen, 422. Een tweede: een Cordon aan de Grenzen dier Plaatzen, van welke de Pokjes kunnen worden aangebragt, ald. Ten derden: het influiten van en. kele besmette Plaatzen, of Huizen, ald. Eindelyk, het houden van een Quarantaine, 423. Aanmerkingen by deeze Maatregelen, ten opzigte van de kleederen, enz der geftorvenen, en de Lyken. 424 Knaapje (Het) en de Maan. Lene 113 Vertelling. welk eene beleefdheid Kompasnaald. Zie Zeekompas. 544 Koort. Wegens de agting, welke zy LACKINGTON, (J.) Afkomst deezes Christenen daar toe, 414. Wel veel fortuin maakenden Boek ke gebreken zy daar in te ververkoopers te Londen, 114. Zy- myden hebben, 415. Zy moene jongere bedryven, 116. Zyn ten den Leeraar vryheid gee. armoedig Huwelyk, 117. Wordt ven in het voordraagen zyner Boekverkooper, 118. Hoe zyn gevoelens, 416. Niet gereed Winkel opneemt, 119. En zyn om den Leeraar van Kettery zeer uitgebreid wordt, 120. te befchuldigen, 417. Hoe om Zet zyne zaaken nog voort. ald. trent de gebreken der LeeraaLeeraars, (Christen) en Christen ren te handelen, ald. Waar in Gemeenten, oorfprong der weder de Leeraar ten voorbeelde moet zydfche Pligten door deezen te ftrekken, ald. Hoe hem over betragten, 293. Bronnen, waar mislagen te onderhouden, 418. uit de veragting van het Leer. Hem, zo min mogelyk, in Huisaarampt by veelen ontstaat, lyke en Familie-gefchillen te 294. Hoe veele Leeraars daar betrekken. ald. toe ongelukkig aanleiding gee- Leevenslotaisfel, hoe onderfcheide ven. 295. Les van Apostel uitwerkingen dezelve veelal PETRUS, I PET. V: 1, 2, 3, ten baart. leiddraad genomen, 297. Al-Legaatzoekers. (Zedige verdeediging gemeene zin dier woorden, 333. der) Wat het byzonder betekene, de LEUCADEA. Kudde GODS te weiden, 334. telling. 453 402 Eene Spaanfche Ver 280 Welke Pligten daar in opge- Lood-colyk, en Metaal-vergiftiging, flooten liggen, zo verre de de Zwavel-leverlugt daar in aan. Leering ftrekt, ald. Wat zo gepreezen. 341 verre het bestuur raakt, 337. Lugt, hoe door de Zonnestraalen Wat het over de zeden be- verwarmd. treft, 338 Hoe zy het, zonder LUKAS II: 7, opgehelderd, 497. 340 (Van de Pligten der M. 589 Gemeenten om rent de) 373. Magpyn, of Maagkramp, ont- heid der Maagvezelen, of uit eene bovenmaatige gevoeligheid; dit maakt eene verschillende Ge. neeswyze hoogstnoodzaaklyk, 505. Hoe de eerfte werkt en best geneezen wordt, 506. Breede beschryving van de twee. de foort, ald. Bezwaarlykheid der geneezinge, 507. Welke als de beste voorgefchreeven, 508. Practicaale waarneemingen in het behandelen deezer Ziekte. 509 Maagzuur. (Nieuwe waarneeming aangaande het nuttige gebruik van Duivelsdrak met Osfegal vereenigd tegen het) 57 Magifterium Bismuthi. Žie Bismuth. Kalk. Magnolia, met den grooten Bloem, welk een heerlyke Boom. 187 Maltha, Ligging deezes Eilands, 347. Door wie eerst bevolkt, ald. Was 't Eiland waarop Ap. PAULUS (chipbreuk leedt, ald. Grootte en gedaante deezes Ei. lands, 348. Wegens de Oude Stad Civita Vecchia, en de Nieu we Stad la Valette, ald. By zonderheden deeze laatste be treffende, 349. Gebouwen te dier Stede, ald. Hoe de Ridders van Maltha in de Hoofdkerk vergaderen, 350. Hoe 'er de Zieken opgepast en behandeld worden, ald. Befchryving van de beide Havens, 351. Gefteld. heid der Zeemagt, ald. Dor. pen op dit Eiland, 352. Algemeene gefteldheid des Eilands ten aanziene der vrugbaarheid, ald. Welke vrugten 'er vallen, 353. Een zeldzaame Tuin in eene Rots, Macaluba geheeten, ald. Plaatzen, waar men byzonder aan Ap. PAULUS gedenkt, 354. Wegens het al of niet beltaan der Slangen op dit Ei land, 354. Gefteldheid der wer gen, 355. Verflag van de Inwoonders, ald. Van hun Taal en Character, ald. Voortbrengs zels en Koophan tel, 356 Gefteldheid der Weetenfchappen, ald. Het Volk betaalt 'er geene Belastingen. 401 Maltha, (Ridders van) welke onderfcheide Naamen die Ridder. orde draagt, 393. Eerste beginzels te ferufalem, 394. Rykbegiftigde Hospitaalen, ald. Pauslýke bekragtiging dier Orde, ald. Rangen in dezelve, 395. Omzwervingen, naa het verliezen van Jerufalem; zy vestigen zich op het Eiland Rhodes, ald. Genooddwangd hetzelve te verlaaten, ald. Met het Ei. land Maltha befchonken, 396. 't Zelve door BUONAPARTE be magtigd. ald Gemengd Staatsbestuur dier Orde, 397. 't Ge. zag des Grootmeesters, ald. In welke Taalen de Ridders verdeeld zyn, 398. Welke Tochten iemand moet doen, eer hy Ridder worde, ald. Wat hy te verrigten hebbe, om een Commandery, te bekomen, 399. In. komften, ald. Aantal van Ridders, 400. Waar in hunne gelofte van Kuischheid en Ar. moede beftaat, ald. 'Er zyn ook Ridderesfen, 401. Iets van den ouden Adel op Maltha, ald. Manchots, en Pinguins, onderfcheide Vogels, 101. Waar zy ge vonden worden, 103. Geftaltebeschryving, ald. Leevens wyze, 104. Zie verder Pin. guins. Manoa, (Het Eiland) een der gelukkigite ftreeken des Aardbodems, 520. Slegte geaart. heid der Inwoonderen, 521 MAS 458 MASSOUD. (Aanmerkelyke Regts ORTOGRUL. (Zedeleerende Ge pleeging van den Sultan) 577__ schiedenis van) MATONABBEE, een Noorder Indiaan, Overheder, (Rede- en Schriftmaa. zonderling character en bedry- tige bedenkingen over de Pligten ven diens Mans. 69 der) en Onderzaaten, 86. ByMelaatsheid, hoe als eene befmet- zondere redenen, welke zich op tende ziekte geweerd. deeden, om in den eerften tyd Melkweg, (De) bestaat uit een des Christendoms de Onderwer oneindig getal kleine Starren. ping aan de Overheden fterk aan te beveelen, 88. Het bevel van PAULUS deswegen, ROM. XIII: I, toegelicht, 89. Zie verder Burgerlyk Bestuur. 420 263 Middellandfche Zee. (Aanmerkingen over het Waterpas der) 428 MINUTIEUX, diens Character ge fchetst. 406 P. Mode-dwaasheden, derzelver een- Paard, van welk een dienst voor zelvigheid en zatheid afgefchetst. den nieuwlings tot Rykdom 454 geraakten. 456 517 Monarchie, (Huislyke) beschreeven, Paafchen Eiland, Berigt van de en gegispt. 361 Inwoonderen. Moschgewasfen, hoe men die in Parachute, Proeve daar mede ge den Kruidtuin te Kew doet groei nomen door den Burger GAR NERIN, 107. Beschryving van dit Werktuig, 108. Aanmer. jen. N. 188 Nederland, fteekt in de Schilderkingen deswegen. kunst uit. 148 van NERO, (Keizer) hoe verre 127 109 Paradys van SCHEDAD. Eene Oos terfche Vertelling. 368 PARKER, (Mr.) Verflag van diens Tochten in Africa. 268, 271 Pest, hoe men de verspreiding hier van in onze Landen voor. 420 Olyphanten, (Welk een verblyf komt. plaats te Parys, voor de twee 1 PETR. V: 1, 2, 3. algemeene uit Holland overgevoerde) ge⚫ aanmerking over deeze les des fchikt, 245. Zonderlingheden Apostels. 298 by dit Mannetje en Wyfje, by PEYROUSE, (LA) beknopt berigt derzelver eertte wederontmoe- van diens Reize rondsom de ting, waargenomen. ald. enz. Wereld, 516. Laatfte berigt Onoperdum Acanthium. Zie Ezels wegens dien Reiziger. distel. Oogenzalf, een zeer voortreflyke,, volgens het voorfchrift van den Heer HUFELAND, 216. Hoe te bereiden, ald. Op welk eene wyze best te gebruiken, 217. In welke gevallen. 218 Oorlog. (Het) Een Fragment. 34 Oosterlingen. (Aanmerkingen over de Bouwkunde der) 392 521 PHILIPS DE IV, Koning van Spanje, zeer aan de Franfchen gehegt, 570. Geestig zeggen des betreffende. 571 Pinguins, en Manchots, maaken een overgang van de Vogelen en Visfchen, 99. Onderscheid tusfchen de Pinguins van het Noor. den en van het Zuiden, 100. Onderscheid tusfchen de Pinguins en en Manchots, IOI. Waar zy in groote menigte gevonden worden, 136. Derzelver Vleesch en Eijeren goed, 137. Hoe hunne verblyfplaatzen zyn, en zy zich verdeedigen, 139. Wyduitgestrektheid der plaatze door deeze Vogelen bewoond. 140 Pinxterfeest, (Beknopte Aanmer kingen over het eerfte) HAND. II beschreeven, 177. Wegens den dag, op welken het inviel, ald. Over de verdeediging van PETRUS, wegens de hem aangetygde Dronkenschap, uit de uure des dags ontleend, 178. Wegens het aanhaalen Voorzegginge van Joël. Pisvloed, (Waarneemingen aan draagers der Stad genaamd mo gen worden, 489. Berigten wegens de Portugeefche Dames ald. Vryery en Liefdehandel; 490. Huwelyksfeesten, enz. ald. Strenge leevenswyze der Dames, 491. Der Portugeefen t'huis blyvende aart, 492. ALgemeen Volks-Character, 493. ald. Leevenswyze, der Boeren, Hoe zeer dit Volk aan zyn Geboorteland gehegt is 494. Oorzaaken dat men de Portugeefen zo weinig te recht kent, 522. De oude Portugeefen een dapper, werkzaam en edelmoe. der dig. Volk, 523. Betooningen ald. 179 hier van, Wat de Mar. quis DE POMBAL ter Ryksverbe 527 gaande den aart en de genee-tering deedt. 1 Q. de Maag gezogt worden, 96. Quito, (Over de gematigde R. vensgefchiedenis, 21. Wordt Leeraar onder de Methodisten, 22. Zet onder den Landbouw zyn Letterarbeid voort, ald. Schryft tegen Burgerlyke en Kerklyke Dwinglandy, 23. Wordt zeer rekkelyk in zyne Godsdienftige begrippen, ald. Schryft de Hiftory of Baptism, ald. Bezoekt Dr. PRIESTLEY; fchets van zyn Character, 24 enz. Zyne vyandigheid tegen het Priesterdom, 26. Zyne Predikwyze. Pligt, (Van welk een aanbelang geefsch gezogt. 27 516 ROM, |