Page images
PDF
EPUB

Georgium Sidus, of Gefternte van Koning George. Doch de gezamentlyke Sterrekundigen van Europa waren van oordeel, dat men voorndamelyk dankbaarheid verschuldigd was aan den uitvinder; zy herdoopten de Planeet eerlang eenpaarig, en noemden haar de Planeet van Herfchel. LA PLACE heeft, in zyn uitgeleezen Werk, Uitlegging van het Syftema van het Heelal, dezelfde Planeet genoemd Uranus. Myne betrekkingen tot verfcheiden Leden der Londenfche Societeit thans door den Oorlog afgebrooken zynde, weet ik niet wat tot deeze verandering aanleiding heeft kunnen geeven; doch ik denk, dat de zedigheid van HERSCHEL hier van de oorzaak zal geweest zyn, en hem niet zal hebben toegelaaten, een eerbewys aan te neemen, 't geen hem anderzins zo wettig toekwam. Dit Telescoop, waarmede ik het genoegen had, geduurende meer dan twee uuren, waarneemingen te doen, heeft maar eene lengte van zeven voeten, en een middellyn van zes duimen en zes lynen. HERSCHEL heeft my verzekerd, dat hy meer dan honderd-veertig fpiegels gegooten en bewerkt had, eer hy zyn werktuig tot den tegenwoordigen trap van volmaaktheid had kunnen brengen. Naast dit Telescoop was 'er een geplaatst van tien voeten lengte. Doch by deeze laatfte maat heeft de uitvinder geenzins de grootte zyner werktuigen bepaald. Twee andere, ieder twintig voeten lang, ondersteund door een zeer zwaaren toeftel, zyn daar nog bygevoegd: deeze fteeken verre uit boven het huis, en zyn, in de daad, verwonderenswaardige werktuigen; een derzelve heeft een fpiegel van byna negentien duimen middellyn, en van honderd en vyftig ponden zwaarte.

Dewyl deeze heerlyke werktuigen van het Newtoniaansch maakzel zyn, moet de waarneemer zich noodwendig by het voorite einde van den buis bevinden, om by het oogglas te zyn, 't geen op de gewoone wyze niet zonder ongemak en gevaar zou kunnen gefchieden. Doch de fchrandere HERSCHEL heeft een draaijend geftoelte uitgevonden, 't geen door een weluitgedagten toeftel zodanig wordt beltierd, dat de waarneemer zich ook dan, wanneer het werktuig het meest in de hoogte gaat, op die plaats volkomen veilig en op zyn gemak kan bevinden, en den loop des Kykers en der Sterren volgen. Van daar is het, dat de onvermoeide Wysgeer het eerst van alle ftervelingen duidelyk gezien heeft, dat het bleekste en afgelegenfte deel van den Melkweg weezenlyk uit een

on

oneindig aantal van afgefcheidene Sterren bestaat. Van daar heeft hy het eerst leeren kennen die zo groote menigte van zogenaamde dubbele Sterren, en de zoge naamde nevelachtige Vlekken aan den Hemel. Hy heeft door zyne werktuigen getoond, dat 'er geene dubbele Sterren beftaan, al zo weinig als Vlekken (nebuleuses); maar dat de eerfte wel degelyk gefcheiden zyn, en dat de laatfte uit een oneindig aantal van naby elkander geplaatíte Sterren bestaan.

Wanneer de onvermoeide Waarneemer op zyne plaats gezeten is, en in de minst bekende deelen van den Hemel eene Vlek, of eene Ster van de kleinfte foort, wil zoeken, die voor het bloot oog onzichtbaar is, geeft hy zyne medehelpfter daar kennis van, door aan een schel te trekken, die in haar kamer uitkomt. Dan opent zy het venfter, en haar Broeder vraagt de onderrichtingen, die hy noo dig heeft. Straks ziet de Zuster de gefchreevene Kaarten in, die zy voor zich heeft, en zegt: Broeder, zoek by de Ster Gamma van Orion, of ergens anders in een of ander Gesternte, naar 't welk hy vraagt; hierop fluit zy haar venster, en gaat weder aan haar werk. Hy moest wel zeer onverfchillig zyn voor de voortplanting der weetenschappen, die zich niet zou verheugen over eene zo loflyke overeenstemming, Wenfchelyk was het, dat 'er onder alle Geleerden zodanig eene eendragt heerschte: alsdan zouden de voortgangen der weetenschappen veel fneller zyn.

De Heer HERSCHEL noodigde my, om de voornaamste merkwaardigheden, die toen aan den Hemel te zien waren, te bezigtigen. Wy begonnen ons onderzoek met den Melkweg, en ik zag, met verbaazing, door den twintigvoets Kyker, dat het bleekfte gedeelte van dien Weg bestond uit een ontelbaar aantal van helder blinkende Sterren, die alle wel degelyk van elkanderen onderfcheiden waren.

Vervolgens bragt hy in het brandpunt van dit Telescoop de Ster aan den voet der Geit; deeze verspreidde een zo fterk licht, dat het oog hetzelve naauwlyks kon verdraagen. Door het licht van dit beeld verder te doen vallen op een ftuk papier, 't geen met kleine letters befchreeven was, kon men, fchoon het anderzins geheel donker was, de regels zeer gemaklyk zien en onderfcheiden. Het is voorwaar niet onvermaaklyk, de voorwerpen dus onderfcheidenlyk verlicht te zien door den,

glans

glans eener Ster, dat is door het licht eener Zonne, die verfcheidene honderden millioenen mylen verwyderd is van de uiterste grenzen van ons Zonneftelzel.

De zogenaamde dubbele Sterren, die met de beste Achroamatifche Kykers niet onderfcheidenlyk kunnen gezien worden, vertoonen zich aanmerklyk van elkan. der verwyderd, wanneer hun beeld zich vertoont in het Herfcheliaansch Telescoop van twintig voeten. Zodanig is het ook ongeveer gesteld met de zogenaamde nebuleuJes van MESSIER. Wanneer men dezelve befchouwt met het zevenvoets Telescoop, fchynen zy nog kleine vlekjes, en hun licht is zwak en verward. Doch derzelver vertooning in het twintigvoets Telescoop laat geen twyfel meer over, of zy beftaan uit verzamelingen van Sterren, die alleen zodanig ineengefmolten fchynen, om dat zy op een onmeetlyken afstand van ons geplaatst zyn. Men ziet ze dus zeer onderfcheiden en naauwkeurig.

Dit afgedaan zynde, gingen wy over tot het befchouwen dier Sterren, die, gelyk HERSCHEL het eerst ontdekt heeft, andere kleuren bezitten dan de gewoone, onder welke 'er zyn, die een blaauw, andere die een blaauwachtig, en weder andere, die een oranjekleurig, licht verfpreiden. Dit zo verschillend licht der Sterren is voorzeker niet toe te fchryven aan eenig gezichtkundig bedrog, noch aan de uitwerking der fpiegels en oogglazen, van welke de Heer HERSCHEL gebruik maakt. Ik maakte hem, ten opzichte van deeze zaak, allerleie tegenwerpingen; en de fchrandere Waarneemer antwoordde altoos met waarneemingen, tegen welke niets was in te brengen. Dus bragt hy, by voorbeeld, verfcheidene maalen in het brandpunt van het Telescoop zogenaamde dubbele Sterren, ten naasten by van dezelfde grootte, en die, zo het fcheen, niet verre van elkanderen verwyderd waren: ik zegge, zo als het fcheen; want die afstand is onmeetbaar groot, dewyl die lichaamen zo verre van ons af ftaan. Deeze waren van dezelfde kleur, als de Sterren gewoonlyk hebben. Doch hierop bragt hy in het brandpunt twee andere nabuurige dubbele Sterren; en nu zag men, dat de eene volkomen blaauw was, terwyl de andere een zilverkleurigen glans verspreidde. By eenige dier dubbele Sterren was de blaauwe aan de rechter-, by andere aan de linkerhand. Ook toonde hy my een aantal geheel afzonderlyke Sterren, die alle een zeer verfchillend licht uitgaven.

De

De Waarneemer zeide my, met groote zedigheid, dat deeze waarneeming van geene groote verdienfte was, om dat dit onderfcheid zo gemaklyk was te ontdekken, dat men 'er zyne werktuigen niet toe noodig had, dewyl de grootste en beste Achroamatifche Kykers dit verschil der kleuren van het Gefternte insgelyks vertoonden. Echter wierd de waarheid van het waargenomene in het begin ten sterksten betwist, om dat het gemaklyker is, jets te ontkennen, dan te onderzoeken. Doch eerlang wierd de echtheid deezer ontdekking, gelyk zulks be hoorde, eenpaariglyk bevestigd door de beroemdste Sterrekundigen uit Duitschland en Italie, gelyk ook te Parys door de waarneemingen van CASSINI, MECHAIN, enz. De Heer HERSCHEL toonde my insgelyks een groot Werk, 't welk zyne ontdekkingen, aangaande de Sterren, behelsde, en 't geen hy denkt in het licht te geeven, als het geheel voltooid zal zyn. Onder andere aanmerk. lyke zaaken zal men hier vinden des Schryvers waarneemingen, ftrekkende tot bevestiging der reeds vóór hem gedaane ontdekkingen, dat 'er zomwylen Sterren verdwynen. Niet alleen zal hy aantoonen, dat zulks plaats gehad heeft omtrent Sterren die in de oude Kaarten des Hemels gevonden worden, maar zelfs ook omtrent eenige, die men in den Atlas van FLAMSTED aantreft, en dus nog vóór weinige jaaren in weezen waren. Het fchynt dus, dat 'er niet zelden allergewigtigfte omkeeringen in een of ander deel des Hemels voorvallen, en wel zodanige, dat 'er geheele Zonnen worden uitgebluscht, waar door dan ook teffens het beftaan ophoudt van de leevende fchepzelen, die de bewooners waren dier Waerelden, welke voorheen door die Zonnen verlicht wierden. Jupiter, befchouwd door het Telescoop van twintig voeten, fchynt veel grooter dan de geheele Maan, wan neer zy volkomen vol is, het geen ook niet zeer te verwonderen is, om dat deeze Dwaalfter, fchoon altoos op zyn minst vyfmaal verder van ons verwyderd dan de Zon, duizendmaal grooter is dan de Aardkloot. De drie groote evenwydige Banden vertoonen zich dan zeer onderfcheiden, en de Wachters zyn van eene waarlyk ontzettende grootte.

Niet minder aanmerkenswaardig was Saturnus, benevens zyn Ring en deszelfs fchaduwe, die door dit werktuig zo zichtbaar wordt op het lichaam dier wonderlyke Planeet. De Heer HERSCHEL deed my waarneemen, hoe duidelyk en groot de tusfchenruimte zy, tusfchen het lichaam MENG. 1798. NO. 7. · V

van

van Saturnus en den Ring, zo dat men gemaklyk tusfchen hun beiden niet alleen den blaauwen Hemel zien kan, maar zelfs eenige Sterren. Door middel van eenige blinkende punten op den Ring, heeft hy waargenomen, dat dezelve, eveneens als Saturnus zelve en de overige Planeeten, eene eigene rollende beweeging heeft van het Westen naar het Oosten.

De Micrometer, van welke de Heer HERSCHEL gebruik maakt, is zeer eenvoudig, en beftaat alleen uit twee enkele zyden draaden, die wel evenwydig geplaatst en goed gespannen zyn, en naar goedvinden tot elkander gebragt, of van elkander kunnen verwyderd worden. Dit werktuig was zedert lang zeer wel bekend; doch HERSCHEL heeft hetzelve zeer aanmerklyk verbeterd, met een gemaklyk middel uit te denken, om eene draad, naar welgevallen, over eene andere te beweegen, en, door zodanig een toeftel in het Telescoop te plaatzen met de grootste naauwkeurigheid hoeken te meeten.

De uitvinder van zulke uitmuntende Sterrekundige werktuigen heeft de grootte zyner Telescoopen geenzins bepaald tot twintig voeten. Hy was toen ter tyd bezig met het vervaardigen der noodige toebereidzels tot het maaken van een Telescoop van veertig voeten lengte, en van een daar aan evenredige middellyn. Het oogmerk, waar toe de konftenaar zulke groote lichaamen tracht te vervaardigen, is niet, de voorwerpen merkelyk te vergrooten, dewyl zy dan te duister en verward zouden worden; maar door middel van een zo groot veld, eene meerdere hoeveelheid van licht te bekomen. Hy zeide my, dat hy menigvuldige zwaarigheden voorzag, om een Telescoop van zo eene ongewoone grootte en zwaarte tot volkomenheid te brengen; doch dat hy 'er ook zulke aanzienlyke voordeelen van verwagtte, dat niets in ftaat zou zyn hem daar van af te fchrikken. [Na dien tyd is dit verwonderenswaardig werktuig tot den grootsten trap van volmaaktheid gebragt. De fpiegel van hetzelve weegt tweeduizend ponden; de zwaarte van den geheelen toeftel wordt begroot op veertigduizend ponden. En het licht, 't geen dit werktuig verzamelt, is, volgens het zeggen van LA LANDE, die 'er door gezien heeft, zo groot, dat de zogenaamde nevelachtige Vlek van Orion een licht verfpreidt, zo helder als dat van den vollen middag. Ziedaar wat HERSCHEL zelve 'er van zegt, in een Brief, geschreeven den 10 September 1791, aan den Heer WATSON: Myn Telescoop van veertig voeten lengte is thans het

"bes.

« EelmineJätka »