Page images
PDF
EPUB

وو

[ocr errors]

دو

[ocr errors]

beste werktuig, 't welk ik bezit: dat is te zeggen, dat , ik met dit werktuig, beter dan met eenig ander van myn maakzel, kan zien die zaaken, welke aan den Hemel het moeilykst zyn te onderfcheiden. By voorbeeld, Saturnus, zyne Wachters en zyn Ring, of liever zyne Ringen: want ik heb onlangs een Vertoog overgegeeven aan den Voorzitter onzer Societeit, betreklyk tot deeze Dwaalfter; waar in ik betoogd heb, dat die Ring ,, zeer duidelyk is te zamengefteld uit twee Ringen, die door een zeer aanmerklyken afstand van elkander gefcheiden zyn; zodanig, dat ik door middel van myn Telescoop den blaauwen Hemel zeer gemaklyk tusfchen hun beiden heb kunnen zien. Ook heb ik door meetin,,gen bevonden, dat de tusfchenruimte tusfchen deeze beide Ringen zeventienhonderd eenenveertig onzer mylen bedraagt. De middellyn van den buitenften Ring heeft ,, de grootte van ruim tweehonderd en tweeëntwintig on,, zer mylen. Insgelyks heb ik waargenomen, dat de ", vyfde Wachter van Saturnus rondom zyne As draait ,, in den tyd van zevenënnegentig dagen, zeven uuren en , zevenënveertig minuten, welke tyd volmaakt dezelfde ,, is met dien van zyn loopbaan rondom zyne Planeet. Zo dat deeze beweeging volkomen overeenkomftig is met die der Maan rondom den Aardkloot, die insgelyks in ,, den tyd, dien hy besteedt om zyn loop rondom de Aarde te volbrengen, eenmaal rondom zyne As draait." Door middel van dat zelfde Telescoop, ontdekte de Heer HERSCHEL na dien tyd nog twee nieuwe Wachters van Saturnus.]

[ocr errors]

وو

[ocr errors]

Tot aan het aanbreeken van den dageraad bleef ik op dit verbaazend tooneel van onderzoek, fteeds bezig met door den Hemel te reizen, met behulp van een Gids, die zich nooit verdrietig toonde over myne onweetenheid noch over de ongefchiktheid myner vraagen. Ik vertoefde aldaar ongeveer geduurende zeven uuren, onafgebroken bezig met het waarneemen der Hemelfche lichaamen. Het was onmogelyk om dien tyd lang te vinden, dien ik op eene voor my zo nuttige en vermaaklyke wyze mogt besteeden. Deeze fchoone nacht ging voorby als een droom, en fcheen maar eenige oogenblikken te duuren; doch het herdenken daar aan zal nooit uit myn hart gewischt worden, even weinig als myne dankbaarheid aan den Heer HERSCHEL en zyne voortreflyke Zuster van wegen de gulle vriendelykheid, met welke zy my ontvingen, en myne kundigheden vermeerderden.

V 2

TWEE

TWEE BRIEVEN OVER De laatste ONTDEKKINGEN IN AFRICA.

Eerfte Brief aan den Sweed waDSTROEM.

Uit Londen, 9 Mai 1797.

Uulte fchryven, en u eenig nieuws, betrekkelyk

landsman, Mr. JOHANSON, heeft my verzocht

Africa, mede te deelen; ik zal het genoegen hebben ten dien opzichte, aan uwe nieuwsgierigheid te voldoen.

De laatfte tydingen van Sierra Léona (*), geteekend 9 Febr., zyn, in 't begin van April, door het Compagniefchip, the Calypfo, aangebragt. Mr. LOWER, Opperchirurgyn, heeft my een brief van myn waardigen Vriend J. GRAY medegebragt, die werkelyk de eerste in rang is onder de leden van den Raad der Colonie. Deze Vriend wyst my op den brenger des briefs, Mr. LOWER, om berichten omtrent de Colonie te krygen: ik heb nog geen gelegenheid gehad, om my met hem zoo lang te onderhouden, als ik wenschte; maar hy heeft my verzekerd, dat dezelve zich in een bloeienden ftaat bevindt. Hy was genoodzaakt naar Europa te rug te keeren, om zyne gezondheid te herftellen, is voorneemens daarna terftond naar Sierra Léona te rug te keeren, en hoopt, dat dit niet lang zal aanhouden.

Mr. AFZELIUS heeft ons boonen van goede Koffy medegebragt, die op de bergen uit de natuur groeit. Ik

[ocr errors]

heb

(*) De Rivier Sierra Leona loopt door dat gedeelte van de Kust van Africa, dat zich uitftrekt tusfchen de Kust van Gambie en de Kust ván de Graines. PLEDRO CINTRO, een Spaansch Reiziger geeft aan deze ftreek den naam van Sierra de los Leones, Leeuwenbergen, omdat het geluid van den donder, dat hy daar hoorde, geleek naar het gebrul van leeuwen; men heeft ze vervolgens gewoonlyk Sierra Léona genoemd, en de Rivier heeft haar naam ontleend van het gebergte.

Om kennis van deze Colonie te krygen, moet men het groot Werk van WADSTROEM lezen, en voorts een Memorie in het Inftitut. National te Parys, in 1796, door GREGOIRE Voorgelezen; en de Reis naar de Rivier Sierra Léona, en op de Kust van Africa, in 1785, 1786 en 1787, te Londen, in 't Engelsch, uitgegeven, door JOHN MATTHEW, 1791.

heb ze gezien, en ben overtuigd, dat de deugd derzelve zoo goed is, als die van de Eilanden, of die zelfs overtreft. Mr. GRAY heeft eene Plantage, die ik hoope, dat voor hem voordeelig zal worden. Toen hy my laatstleden Zomer schreef, had hy reeds meer dan duizend planten in een bloeienden staat.

[ocr errors]

De Gouverneur, zegt hy, heeft op de bergen een huis laten bouwen. Ik zelf heb ook een deel gronds op die bergen, en wy hebben befloten daaraan allen arbeid te koste te leggen, terwyl men befpeurd heeft, dat de wilde Koffy in de vlakten niet gevonden wordt. Ik heb eene aartige Buitenplaats by de Rivier, op een korten afstand van de Stad. Ik geloof waarlyk, dat de Gouverneur en ik het overige van ons leven in dezen fraaien oord zullen doorbrengen."

Het is u niet onbekend, dat vóór twee jaren van hier zes perfonen naar Sierra Léona zyn gezonden, op kosten van de Societeit, en met oogmerk, om hunne reis tot Timbo voort te zetten; maar het fchynt, dat het hun nadat zy te Sierra Léona zyn aangekomen, aan moed ontbroken heeft. Twee van hun zyn naar America vertrokken, en de anderen onmiddelyk naar Engeland te rug gekeerd.

[ocr errors]

Het is mogelyk, dat zy wél gedaan hebben, fchryft my een Vriend, want de inwooners van Joola hebben hun Koning ASIMAMME JEDDER om 't leven gebragt, en na dien tyd heeft geen blanke het binnenste van Sierra Léona durven doortrekken.

Men bemerkt in het verfchiet denzelfden uitslag der reize van Mr. PARKER aan de Rivier van Gambie, en terugkomst te Tombout. Ik heb verplichting aan zyn Broeder en Zuster, Mynheer en Mevrouw DICKSON, VOOR het nieuws, dat ik u zal mededeelen. Het fchynt, dat het Fransch Esquader, gecommandeerd door Mr. RENAULD, den mond der Rivier Gambie geblocqueerd, en verhinderd heeft, dat men van daar berichten in Europa heeft kunnen krygen. Anders zouden wy reeds aangelegene tydingen gehad hebben. 't Is jammer, dat de Oorlog altyd zoo groot een hinderpaal is aan de voortgangen van koniten, en voor het menschdom nuttige ontdekkingen.

De eerfte berichten, die Mr. PARKER ons met twee Schepen, die door de Franfchen genomen zyn, had ge. zonden, zyn weggeraakt. Ondertusfchen is een der twee

V 3

Ka

1

Kapiteins in de maand July hier aangekomen, die het volgende bericht heeft gegeven:

,, Mr. PARKER, na eerst de afwisfelingen van het faifoen en de ongeftadigheid van het climaat doorgeftaan te hebben, door eene fterke koorts te Junkacunda, 350 mylen van den mond van Gambic, aangetast geweest zynde, had zyne gezondheid weergekreegen, en zich gereed gemaakt, om in de maand January 1796 zyne groote reis te onderneemen, verzeld van een Neger van goeden naam, welken hem Doctor LAIDLEY, die zich te Pifina, omtrent 30 mylen hooger op gelegen, ophoudt, bezorgd hadt. Zy moesten ieder voor zich een paard hebben, en dan nog een derde voor de bagage. De duplicaten der eerfte berichten van Mr. PARKER zyn ontvangen, met het verslag van de toebereidfelen tot zyne reis; maar zy zyn nog niet bekend. Doctor LAIDLEY zal alle de Wisfelbrieven refpecteeren, die Mr. PARKER zal noodig hebben te trekken. De naam van Doctor LAIDLEY alleen is genoeg. Zyne kennis in de Geneeskunde heeft hem het vertrouwen doen winnen; hy wordt veele honderden mylen ver in het binnenfte van Africa geëerd.'

Men meent, dat de reis van Mr. PARKER kan geëin, digd zyn binnen twaalf maanden, en zonder ongeluk hoopt men hem dit jaar te zien te rug komen. Deze hoop is gegrond op een brief van Doctor LAIDLEY, aan een zyner vrienden alhier, geteekend, aan de Rivier Gam bie, 23 Mai 1796. Zie hier een uittrekzel;

[ocr errors]

Uw brief voor Mr. PARKER zal hem terstond ge, zonden worden, hoewel ik weinig hoop heb, dat ze hem zal aantreffen. Gisteren kwam hier een van zyne berichten; daardoor kryge ik kennis, dat hy, in zyne tocht naar Sego, door Gytimm gereisd is, en dat hy het terri toir van Disfett is doorgetrokken, eer de Oorlog tusfchen den Koning van dit land en dien van Sego is verklaard geweest. Zoo hy niet reeds zoo ver gekomen was, zou hy genoodzaakt geweest zyn, herwaards te rug te kee ren, en van hier, niet dan langs een verren, moeielyken en gevaarlyken omweg, naar Ginné hebben kunnen ko men. Ik ben zeer blyde, dat hy zoo fchielyk op het grondgebied van den Koning van Sego heeft kunnen komen, en ik hoop, dat hy welvaart, en reeds te Tombout is aangekomen. Ik verneem, dat 'er brieven vam hem zyn aan Galambo en Desfego, voor de Africaanfche Societeit, en ik verwachte ze alle dagen.

Ik ben, enz.

Dit is, zoo veel ik weete, het laatste bericht, dat men van Mr. PARKER heeft ontvangen. Wy ftellen allen 'er groot belang in, om dien grooten en moedigen Reiziger weer te zien.

Men heeft my gezegd, dat de Africaanfche Societeit met een van uwe Sweedfche landsluiden een verdrag zal aangaan, om zyne refidentie te Cairo, in Egypte, te neemen, met den toeleg, om zich vervolgens van dien kant naar het binnenfte van Africa te begeeven.

7

Ik hoop, dat dit bericht uwe verwachtingen van Africa, die welligt door de rampen van den Oorlog merkelyk verflauwd zyn, zal verleevendigen. Ik wenfche u oprechtelyk den besten uitflag van alle uwe onderneemingen.

Waarde Vriend!

J. BOIS.

Londen, 8 Nov. 1797.

k_heb uwen brief den 7 Oct. door den Deenfchen

HENRIQUES ontvangen,

zie, dat gy nog steeds voortgaat u bezig te houden met nuttige zaaken, en dat gy met den grootften yver onafgebroken uw werk maakt, om voor de weetenschappen en voor uwe vrienden van dienst te weezen.

Men heeft zeer onlangs brieven van Mr. PARKER ontvangen, waarin hy bekend maakt, dat hy tot Tombout, of Tomboucfon, niet heeft kunnen voortreizen; maar dat hy echter vry zeker meent den oorfprong van den beroemden Vloed Niger ontdekt te hebben: dat hy gelukkig aan de Rivier Gambie is te rug gekomen, waar hy Voorneemens is de gelegenheid af te wachten, om met de Westindifche Retourfchepen zich weder naar Europa te begeeven.

'Er zyn, na myne terugkomst, twee Schepen van Sierra Léona aangekomen, die ons bericht geeven, dat de Volkplanting zich thans byna in denzelfden ftaat bevindt. waarin ik dezelve heb verlaaten; en dat ze mogelyk wel iets beter gefteld is. Ten minsten ik heb met genoegen vernomen, dat de Colonisten, geduurende de twaalf laatfte maanden, byna geheel en al van hunne eigene voortbrengzels hebben kunnen beftaan; dat zy groote plantagies hebben van Africaansch en Fernambuksch Katoen waarmede zy wonderbaarlyk wel flaagen, en wel 12000

V 4

Kof.

« EelmineJätka »