Page images
PDF
EPUB

migen, gelyk hy aanmerkt, denken, dat dit meer moet toegefchreeven worden aan hebbelykheid, hebbelykheid, gewoonte en vrees voor haare Egtgenooten, dan aan neiging. Het is welbekend, vervolgt hy, dat niemand de Noord Indiaanfche Vrouwen zo wel kan bestuuren als de Noord Indiaanfche Mannen. En wanneer men eenige van dee ze zomtyds vergund heeft in de Vastigheid der Europeëren te verblyven, heeft men gemaklyk haar kunnen beweegen om van dit Character af te wyken; en eenige weinige zyn zo zeer aan ongeregeldheid overgegeeven geworden als de Zuider Indiaanfche Vrouwen, die by alle Stammen bekend ftaan als de meest aan wellust overgegeevene onder de zonne. In 't algemeen zyn, egter, de Noord Indiaanfche Vrouwen zo verre van op de laatstgemelde te gelyken, dat het eene zeldzaamheid is van haar te hooren dat zy zich aan de wellust overgeeven.

't Moge vreemd fchynen, dat, daar ik de kuischheid der Noord Indiaanfche Vrouwen verhef, ik teffens toeftaa, dat het een vry algemeen gebruik is, onder de Mannen deezes. Lands, eenen nagt by de Vrouw van eenen anderen door te brengen. Maar dit is zo verre van by hun als een misdryf te worden aangemerkt, dat zy het voor een der sterkste banden van vriendfchap houden tus fchen twee Familien; en, in gevalle van den dood van een der Mannen, de ander zich verpligt en gehouden rekent, de Kinderen des overledenen te ondersteunen. Deeze

Volken zyn zo verre van deeze verbintenis als eene enkele pligtpleeging aan te zien, gelyk de meesten die over den Doop der Kinderen by de Christenen ftaan als Oom en Peet (niettegenstaande zy des de plegtigfte geloften afleggen) naauwlyks ooit aan de volbrenging daar van denken, dat 'er geen voorbeeld is, dat een Noorder Indiaan deeze op hem genomene verpligting verzuimt.

De Zuider Indiaanen zyn, ondanks alle hunne overige flegte hoedanigheden, zeer behulpzaam en lief hebbend omtrent de Weduwen en Kinderen hunner afgeftorvene Vrienden; en dewyl hun ftand en leevenswyze hun in ftaat stelt om meer liefdeblyken te geeven met minder moeilykheids dan de Noorder Indiaanen, blyven onder hun weinig Weduwen of Kinderen onbezorgd.

Schoon de Noorder Indiaanen geene zwaarigheid maaken om twee of drie Zusters tot Vrouwen te hebben, ten zelfden tyde, zyn zy nogthans zeer ftipt om een be

hoor

hoorlyken afftand in Bloedverwantfchap waar te neemen, ten opzigte van de zodanigen, die zy tot de bovengemelde gemeenschap met hunne Vrouwen toelaaten. De Zuider Indiaanen zyn min fchroomvallig by die gelegenheden; by hun is het geenzins vreemd, dat de eene Broeder gemeenschap heeft met eens anders Broeders Vrouw of Dogter. Doch dit wordt in afschuw gehouden by de Noorder Indiaanen.

Mr. HEARNE merkt hier by op, dat de meesten der Zuider Indiaanen, zo wel als de Athapufcow en Neheaway Stammen, ten deezen opzigte geene zwaarigheid altoos maaken. 't Is eene bekende zaak, dat veelen nu en dan gemeenschap hebben met hunne eigene Moeders, en dikwyls hunne Zusters, ja Dogters, trouwen. Ik heb 'er verfcheidene gekend, die, naa eenigen tyd in dien staat met hunne Dogters geleefd te hebben, die aan hunne Zoonen gaven, en alle de Partyen waren hier mede wel te vrede.

In de daad, ondanks de ftrengheid der Lugtstreek in Noord America op deeze hoogte, kan de wellustigheid der Inwoonderen niet overtroffen worden door eenig Oostersch Volk, wier weelderige Leevenswyze en koesterende Lugttreek meer gefchikt fchynt om de dierlyke lusten op te wekken, dan de ftrenge koude deezer aan de Pool naderende Landstreeken.

't Is waar, dat weinigen, die onder de onmiddelyke befcherming der Engelfchen leeven, ooit hunne Zusters of Dogters tot Vrouwen neemen; 't geen waarschynlyk moet toegeschreeven worden aan de vrees van hun ongenoegen zich op den halze te zullen laaden; doch het is eene welbekende zaak, dat Bloedfchande maar al te dikwyls onder hun plaats grypt, fchoon niet zo algemeen als onder de verder af woonende Indiaanen.

(Het Vervolg en Slot hier naa.)

PROE

PROEVE, OVER DEN STAAT DER AFHANGLYKHEID IN DE
ZAMENLEEVING.

(Uit het Engelsch.)

een onderwerp is menigvuldiger aangevallen door de zo

G danigen, die den oorlog verklaard hebben tegen onge

rymdheid en dwaaling, dan Afhanglykheid. Deeze heeft men belachen om haare laagheid, deeze beklaagd van wegen haare elende. Men heeft ze vertoond als eene vernedering van hec inenschlyk Character, en eene veilstelling van verftandige vermogens. En, in weerwil hier van, leert ons de ondervinding, dat er een flag van menfchen leeft, voor welken een ftaat van Afhanglykheid, met de daad, geen staat van onheil is; die denzelven, met alle de wisfelingen van teleurstelling, de voorkeuze geeven boven de meer moeilyke en werkzaamer middelen om rykdommen te verkrygen; die kunnen wagten, buigen en kruipen; die leugens verzinnen, en hooffche betuigingen vol vleitaal uitboezemen, in hoope dat deeze hunne aangewende moeiten beloond zullen worden in eenig gelukkig oogenblik dat zy den luim treffen van den Man wiens gunst zy op die laage wyze zoeken. Ja, welk eene fchande! men vindt Ouders, die hunnen Kinderen lesfen in de Afhanglykheid geeven lesfen, welke nederkomen op geduld onder fimaadlyke bejegening; op een kruipend vertoon, zonder gevoel van ei gene waarde; op betuigingen van hoogagting, welke zy niet kunnen voelen, en verklaaringen van genegenheid, die zy, in eenig ander geval, zouden verfinaaden.

Ik heb hier byzonder op 't ooge die Perfoonlyke Afhang lyk. heid, of het zich aan één Perfoon onderwerpen, om zyn For tuin in de wereld te maaken. Een bedryf, 't welk men zeer algemeen aantreft by de jongere Zoonen van ryke Familien en zomtyds ook onder andere Familien, wanneer de Ouders zich hebben laaten inneemen met de vertelzeltjes van ryke Erf dogters, die wegliepen met Jongelingen, welke niets te hunner aanpryzing hadden dan een bevallig uiterlyk voorkomen.

Met Afhanglykheid van allerleien aart moet noodwendig gepaard gaan eene groote maate van laagheid, gebrek aan waardig. heid van Character, en het aanneemen van hoedanigheden, welke de Afhangeling niet bezit, of het verwaarloozen van die volmaakingen, welke een beminnelyk Character vormen.

In geen geval fteekt dit zo zeer door als in 't geval der Perfoonlyke Afhangelingen, en, overeenkomftig hier mede, vinden wy doorgaans, dat het Jongelingen zyn van een beuzelag.

[ocr errors]

Onderweezen

maar al

tig verftand, of listige knaapen. te dikwyls door hunne Ouders onderweezen, om een uiterlyk vertoon aan te neemen, waar door de Vrouwlyke voorzigtig. heid kan bedroogen worden; en geleerd zich als on wederftandelyk aan te merken, neemen zy het air van Coquettery aan, 't welk in eene Vrouw niet zeer beminnelyk, en in een Man volftrekt veragtlyk is. Hunne geheele ftudie beftaat in het opfchikken van hun perfoon, en al hun zorg besteeden zy om dien opfchik in het gunftigst licht te ftellen, en, by de voordeeligite gelegenheden, te doen pryken. Om de ongelukkige Vereeniging van Hovaardy en Armoede, welke door het Burgerlyk kleed mogt heen steeken, te bedekken, bezorgen zyne Vrienden hem eene kleine post in 't Leger. De Militaire kleeding is bevallig, fchitterend en in 't oog loopend, en dus allergefchiktst om de bedoelde overwinningen te behaalen. In deezervoege toegerust, vervoegen zy zich tot de niets ergs denkende ryke Erfdogter, en de waakzaame Moeije; en door die oplettenheden te bewyzen, in welker verkryging geene groote verdienfte fteekt, flaagen zy zomtyds; eene liefde inboezemende, welke zy niet kunnen beantwoorden. Een fchielyk en onvoorzigtig voltrokken Huwelyk is het flotbedryf; en 't geen aan de zyde des Mans met bedrog begonnen werd, ein. digt aan de zyde der Vrouwe in teleurstelling.

Deeze voorbeelden, nogthans, zyn zeldzaam; de kunstenaaryen van den Perfoonlyken Afhangeling worden nu beter begrepen dan eertyds; de Vrouwen zyn door ondervinding wyzer geworden; en hy, die de harten verwagt te veroveren door zyne Perfoonlyke bevalligheid alleen, vindt zich verweezen om met den ydelen blaas van de zegepraal der Coquettery zich voor een tyd te vermaaken, of afgeweezen te worden met fmaad, om het vermaak te genieten van die bekoorlykheden in een spiegel te bekyken, welke hy dagt dat onwederftandelyk zouden geweest zyn in de oogen eener Schoone. Eenigen, naa hun besten leeftyd besteed te hebben in zulke vrugtlooze najaagingen, moeten ten laatften zich vergenoegen met zich te werpen in de armen van Ouderdom of Leelykheid, om beftaans wille, en de trots van een oud vel te ftreelen, door de kunstenaaryen, welke zy te werk ftelden, om de aandoenlykheid eener jeugdige Schoonheid op te wekken.

[ocr errors]

PULCHER was een Jongman van voorbefchreeven ftempel. Zyne Ouders waren ingenomen met zyn schoone geftalte en kreegen een afkeer om hem in den Handel, door hun ge• dreeven, op te brengen. Zy besteedden veel gelds om hem de hoogstmogelyk fatzoenlyke opvoeding te geeven

ΖΟ

veel gelds zelfs, dat zy hem daar voor in redelyken doene zouden hebben kunnen nederzetten. Niets viel 'er in te fchryven op 't geen kostbaar was, of men vond 'er zyne Naamte. kening. Zype Ouders haakten na den dag op welken hy met MENG. 1798. NO. 2, F

eene

eene ryke Erfdogter zou doorgaan. Tunbridge en Brighthelmftone waren de tooneelen van zyn bedryf in den Zomer; en het vrolykst gedeelte van de Hoofdstad verkoos hy ten Winterverblyf. Hy liet aan een zyner kennisfen het laage beroep zyns Vaders, en kwam te voorfchyn als een Heer van aan. zien. Veelvuldig waren de hartvermeesteringen, welke hy on. dernam, en een gelukkige uit flag lachte hem toe. Hy danste vlug en bevallig, en de Schoonen waren niet agterlyk om aan eenen Vreemdeling van zulk een voorkomen de voorkeus te geeven. Maar PULCHER bevondt welhaast, dat, wanneer hy de eer genooten hadt om zyne Dame op haar plaats te leiden, zyn zegepraal teffens een einde nam. Hy hoopte te flaagen, om dat hy onbekend was; en hy miste in zyne aanslagen, om dat men hem niet kende. Hy was fchooner en bevalliger dan Lord ***; maar Lord's *** râng was een der hoogste in het Ryk. Hy danfte bevalliger dan Sir GEORGE; maar niemand twyfelde aan Sir GEORGE's rang en middelen. Naa eenige jaaren vrugtloos poogen op deeze wyze, ging PULCHER buiten 's lands, om Engelfche Schoonheid voor vreemd Geld te koopen; maar in dien handel flaagde hy ongelukkig; terwyl hy plannen vormde om eene eerlyke vermeestering te maaken, viel hy in de ftrikken van laage kunftenaary. Overlaaden met armoede en veragting, keerde hy na zyn Vaderland terugge waar de eindelyke belooning van al zyn oppasfen geen ander was dan de hand eener Vrouwe van een zeer verdagt character, wier Rykdom bestondt in een jaargeld haar leeven lang, en wier leeven zeer veeg ftondt in gevolge van haar voorgaand gedrag.

Op welk een grond het is dat Ouders in deezer voege hunne Kinderen kunnen opofferen aan werkloosheid en verag ting, valt niet gemaklyk te ontdekken. Misschien dat de weinige voorbeelden van welgeflaagd Fortuinbejag hun voor de oogen zweeven, en hun verftand bedriegen, gelyk de tover. kragt des fpels. Misschien veronderstellen zy, dat, waar de Natuur zo mild geweest is in het verleenen haarer gaven, zy ten oogmerke hadt, dat haare giften de plaats zouden bekleeden van moeilyk vlytbetoon en lastig geldwinnen, en dat, by de meerderheid der Vrouwen, perfoonlyke bevalligheden meer beduiden dan verftandsbegaafdheden. Wat zy ook, te hunner verfchooninge, inbrengen, vast gaat het dat zy ftrydig met de ondervinding handelen, fen moet het hun des niet berouwen indien zy teleurstelling ontmoeten.

Eene andere foort van Afhanglykheid beftaat in het zoeken van de gunst der Grooten. In dit geval vertelt men den Jongeling, dat hy op kleinigheden niet moet zien, op geen Puncti. lios ftaan blyven; dat groote Lieden niet zyn gelyk andere Menfchen; dat men hun op hunnen trant moet behandelen, niet tegenspreeken, niet overhaalen door bewysredenen, of fmeeken

door

[ocr errors]
« EelmineJätka »